1.2 Procenten en 1.3 Inkomen
1 / 10
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De consumentenprijs is € 25,86 (inclusief 21% BTW). BTW is 21% BTW. Wat is het BTW bedrag?
A
€ 4,49
B
€ 5,43
C
€ 4,75
D
€ 5,01
Slide 2 - Quiz
Wat is het gemiddelde
A
De som van de waarnemingen gedeeld door het aantal waarnemingen
B
De middelste waarneming
C
De waarneming die het meeste voorkomt
D
De som van de waarbnemingen maal het aantal waarnemingen
Slide 3 - Quiz
Op een internetsspaarrekening met samengestelde rente zet je € 24.000 tegen 0,35% rente. Hoeveel rente heb je na 6 jaar verdiend?
Slide 4 - Question ouverte
67% van € 567,98 is
A
€ 380,52
B
€ 380,53
C
€ 386,58
D
€ 386,57
Slide 5 - Quiz
3 promille van €1200,- is:
A
€36
B
€360
C
€3,60
D
€3,-
Slide 6 - Quiz
Een trui van € 39,- kost met ingang van volgende week € 27,-
Bereken hoeveel procent de prijs verandert
Bereken hoeveel procent de prijs verandert
A
+ 30,8%
B
+ 44,4%
C
-30,8%
D
- 44,4%
Slide 7 - Quiz
Wat zijn overdrachtsinkomen?
A
Inkomsten die je krijgt als uitkering, zoals WW.
B
Inkomen die je krijgt als je overgedragen wordt.
C
Inkomen die je krijgt bij de overdracht van goederen.
D
Inkomen die je krijgt van je spaargeld, rente.
Slide 8 - Quiz
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachtsinkomen
Slide 9 - Question de remorquage
Waaruit bestaat loonheffing?
A
Bruto loon + loonbelasting
B
Netto loon +
premie volksverzekeringen
C
Loonbelasting +
premie volksverzekeringen
D
Loonbelasting
