13.1 Rekenen aan zwakke zuren

13.1 Rekenen aan zwakke zuren
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

13.1 Rekenen aan zwakke zuren

Slide 1 - Diapositive

Zuren in je lichaam
Er is maar één plek in de lichaam waar een sterk zuur actief is: de maag. Het zuur is hoofdzakelijk H3O+ en Cl-, pH van 1 tot 3.
Uit binas blijkt dat er andere vloeistoffen in de lichaam een pH lager dan 7 mogelijk is, urine en zweet bijv. 
In urine komt een heel scala aan verschillende zuren voor. De samenstelling van deze zuren verandert tijdens ziekte, daarom wordt in het ziekenhuis de urine ook onderzocht. 

Slide 2 - Diapositive

Hoe zie je of een zuur zwak of sterk is? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Sterke zuren

Slide 5 - Diapositive

zwakke zuren

Slide 6 - Diapositive

pH berekening zwak zuur
Bij het oplossen van een zwak zuur treed een evenwicht op. Bijvoorbeeld:
Evenwichtsvoorwaarde:

Slide 7 - Diapositive

Lees uit 13.1: Rekenen met Kz.
Probeer zo doe je data met de abc-formule. 
Zelfstandig bedenken en daarna in DUO's

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan berekeningen zwakke zuren en basen
  1. Stel de reactievergelijking op van het zuur of de base met water.
    Let op bij een zuur ontstaat H3O+ en bij een base OH-.
  2. Schrijf de Kz of Kb op
  3. Maak een BOE tabel (bij zwak zuur/zwakke base) en vul in. Gebruik x indien nodig
  4. Stel evenwichtsvoorwaarde op  
    Let op: Zuur? (heb je H3O+ in je reactievergelijking!) Gebruik de Kz
    Base? (heb je OH- in je reactievergelijking!) Gebruik de Kb!

  5. Bereken de onbekende

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag

H: 15
B: 6 t/m 14, 16
V: 17



Slide 10 - Diapositive