ELE - S1 - Herhaling3

Lessenup
Ga naar www.lessonup.com en gebruik onderstaande code om aan te sluiten.

Ben je al toegevoegd aan de klas in LessonUp??? (Zie mail!)


1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ElectronicaMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lessenup
Ga naar www.lessonup.com en gebruik onderstaande code om aan te sluiten.

Ben je al toegevoegd aan de klas in LessonUp??? (Zie mail!)


Slide 1 - Diapositive

Semester 1
Serie- en parallelschakelingen

Slide 2 - Diapositive

Vorige les
Hebben we even teruggepakt wat de volgende basisbegrippen zijn:
  1. Weerstand (Wet van Ohm en de Wet van Pouillet)
  2. Soortelijke weerstand & soortelijke geleidbaarheid
  3. Temperatuur en weerstand
(V)

Slide 3 - Diapositive

Welke drie eigenschappen van een draad hebben invloed op de weerstand van de draad?

Slide 4 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de weerstand van een draad wanneer de draad langer gemaakt wordt?
A
weerstand blijft gelijk
B
weerstand wordt hoger
C
weerstand wordt lager

Slide 5 - Quiz

Wat is een specifieke eigenschap van een NTC
A
Als de temperatuur van het materiaal daalt, daalt de weerstand
B
Als de doorsnede van het materiaal groter wordt dan stijgt de weerstand
C
Als de temperatuur van het materiaal stijgt, daalt de weerstand
D
Als de temperatuur van het materiaal stijgt, stijgt de weerstand

Slide 6 - Quiz

Van welke twee woorden is het woord thermistor een samenstelling?

Slide 7 - Question ouverte

Wat voor eenheid heeft geleiding?

Slide 8 - Question ouverte

Serieschakelingen
Bij serieschakelingen staan de weerstanden in een rij achter elkaar. Serieschakelingen worden ook wel spanningsdelers genoemd. De bron spanning wordt namelijk
verdeeld over de aangesloten weerstanden.

Slide 9 - Diapositive

Serieschakelingen
Er zijn een aantal regels die je bij serieschakelingen moet hanteren om het jezelf makkelijk te maken:
  1. Weerstandswaardes mag je bij elkaar optellen tot een totaal weerstand.
  2. Deelspanningen kun je bij elkaar optellen. Dit is gelijk aan de bronspanning.
  3. De stroom is OVERAL gelijk.

Slide 10 - Diapositive

Serieschakelingen
Daarbij moet je het volgende in gedachte houden:
  • De groooootste weerstand krijgt ook de groooootste deelspanning.
  • Gelijke weerstanden, gelijke deelspanningen.
ps. vandaar dat bij een spanningsbron met open klemmen de bronspanning op de klemmen staat. De weerstand op de klemmen is "oneindig" groot. In dit geval pakt hij ALLE spanning.

Slide 11 - Diapositive

Serieschakelingen
Zorg in je schema voor een juiste nummering. Weerstand R1 krijgt deelspanning U1 of Ur1.

Houd gegevens bij elkaar. Ga niet met deelspanning Ur1, weerstandwaarde R2 uitrekenen.

Slide 12 - Diapositive

Turbo testje!!!
Voor elke vraag 20 seconden. Niet teveel nadenken. Ken de regels en pas ze toe!!!

Succes!
(V)
timer
0:20

Slide 13 - Diapositive

Hoe groot is weerstand R2?
timer
0:20

Slide 14 - Question ouverte

Hoe groot is de stroom door weerstand R2?
timer
0:20

Slide 15 - Question ouverte

Hoe groot is de deelspanning Ur1?
timer
0:20

Slide 16 - Question ouverte

Welke weerstand krijgt de grootste deelspanning?
timer
0:20

Slide 17 - Question ouverte

Hoe groot is de totale weerstand?
timer
0:20

Slide 18 - Question ouverte

Hoe groot is weerstand R2?
timer
0:20

Slide 19 - Question ouverte

Parallelschakelingen
Bij parallelschakelingen staan de weerstanden naast elkaar. Parallelschakelingen worden ook wel stroomdelers genoemd. De totaal geleverde  stroom wordt verdeeld
over de aangesloten weerstanden.

Slide 20 - Diapositive

Parallelschakelingen
Er zijn een aantal regels die je bij parallelschakelingen moet hanteren om het jezelf makkelijk te maken:
  1. Weerstandswaardes mag je NIET zomaar bij elkaar optellen tot een totaal weerstand. De formule is:
  2. Deelstromen kun je bij elkaar optellen. Dit is gelijk aan de totale stroom.
  3. De spanning is OVERAL gelijk.
Rv1=R11+R21

Slide 21 - Diapositive

Parallelschakelingen
Daarbij moet je het volgende in gedachte houden:
  • De groooootste weerstand krijgt ook de kleiiiiinste deelstroom.
  • Gelijke weerstanden, gelijke deelstromen.
  • Gelijke weerstandwaardes parallel? Deel één weerstandwaarde door het aantal gelijke weerstanden voor de totale weerstand.

Slide 22 - Diapositive

Parallelschakelingen
Zorg in je schema voor een juiste nummering. Weerstand R1 krijgt deelstroom I1 of Ir1.

Houd gegevens bij elkaar. Ga niet met deelstroom Ir1, weerstandwaarde R2 uitrekenen.

Slide 23 - Diapositive

Turbo testje!!!
Voor elke vraag 20 seconden. Ken de regels!!!

Daar gaan we weeeeeeer!
(V)
timer
0:20

Slide 24 - Diapositive

Hoe groot is de totale weerstand?
timer
0:20

Slide 25 - Question ouverte

Welke weerstand krijgt de kleinste deelstroom?
timer
0:20

Slide 26 - Question ouverte

Hoe groot is de spanning over R2?
timer
0:20

Slide 27 - Question ouverte

Hoe groot is de totale geleverde stroom?
timer
0:20

Slide 28 - Question ouverte

Hoe groot is de stroom door R2?
timer
0:20

Slide 29 - Question ouverte

Zelftest
Maak de volgende vragen (let op de tijd!)

Slide 30 - Diapositive

Amsterdam begint met een A en eindigt met een E.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Antwoord
Amsterdam begint met een A
Eindigt begint met een E

Slide 32 - Diapositive

Einde!
Ik wens jullie een heel goede vakantie en TOT VOLGEND JAARRRRRR!

Slide 33 - Diapositive