Wereldoriëntatie 7/8 - Algemeen tekstbegrip | 'Ieder landschap zijn eigen verhaal'


Ik wil meer weten!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Introduction

Digibordles

Éléments de cette leçon


Ik wil meer weten!

Slide 1 - Diapositive

Ik ken de verschillende landschappen in Nederland.
Ik weet welke grondsoorten in de landschappen voorkomen.
Ik weet hoe de verschillende landschappen in Nederland zijn ontstaan

Slide 2 - Diapositive

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?

Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat weet je er al van?

Slide 3 - Diapositive

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 4 - Diapositive

Woordenschat:
van alles, kronkelwegen, kustlijn, kilometers, asfalt, landschappen, kikkerlandje, unieke, gevormd, factoren, processen, plaatsgevonden, ijstijd, immense, ijsmassa, stuwwallen, amper, langzamerhand, waardoor, zeespiegel, overspoelde, moerassige, invloed gehad.

Slide 5 - Diapositive

Teken op de kaart de plekken waarover je gelezen hebt!
Bijvoorbeeld de rivieren en provincies!

Slide 6 - Diapositive

Woordenschat:
verleden, voor een groot deel, veen, noordelijke, moerassen, afstierven, samengeperste, plantenresten, brandstof, middeleeuwen, turf, ontginning, afgraving, tegenwoordig, behouden, herstellen.
We doen het samen!

Slide 7 - Diapositive

Vat de rest van de tekst, per alinea, samen.

Slide 8 - Diapositive

Tekstgerichte vragen:
Hoe zijn de heuvels ontstaan in Nederland?
Waar is veen van gemaakt?
Wat zijn vruchtbare landschappen? En wat zijn minder vruchtbare landschappen?

Bekijk de kaart met grondsoorten. Zet achter elke grondsoort in welk landschap het voorkomt. 
Welke nieuwe woorden heb je geleerd door deze tekst? Schrijf ze op en ook wat ze betekenen. 
Kleur de verschillende landschappen en grondsoorten op de kaart van Nederland in je werkschrift.

Markeer de antwoorden in de tekst of schrijf ze in je aantekeningen!

Slide 9 - Diapositive

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 
Wat hebben jullie opgeschreven?
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?

Slide 10 - Diapositive

Tot de 
volgende keer!

Slide 11 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci