Hoofdgedachte

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


Plannen voor de toetsweek

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk


Maak opdracht 6 en 7 op pagina 41 t/m 44 uit leerwerkboek B.

Slide 4 - Diapositive

Haiku
Wie weet wat een haiku is? 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is een Haiku?
Rijmend? Nee!
De dichter vertelt vanuit zijn zintuig(en).
De tekst bestaat uit verschillende lettergrepen. 5 - 7 - 5.

Slide 7 - Diapositive

Haiku
De oorlog begint 

Ik hoor veel harde knallen 

Het zijn de Russen

Slide 8 - Diapositive

Haiku
De oorlog begint (5)

Ik hoor veel harde knallen (7)

Het zijn de Russen(5)

Slide 9 - Diapositive

Haiku

Drie goede regels
Zeventien lettergrepen
Genoeg is genoeg

DRS. P
Geen Haiku?

vlinder in de trein
mijn god dacht ik als daar maar
geen haiku van komt

Ilja Leonard Pfeijffer

Slide 10 - Diapositive

Oplossing
De haiku van Drs. P gaat over de regels waaraan een haiku moet voldoen en is qua vorm ook een
haiku. In de haiku van Ilja Leonard Pfeiffer spreekt de dichter uit dat hij geen haiku wil schrijven,
maar qua vorm is het gedicht wel een haiku. 

Slide 11 - Diapositive

Haiku's gaan vaak over natuur
Zon in de zomer.
Een witte wolk drijft over.
Mijn hoofd drijft zacht mee.

Slide 12 - Diapositive

Natuur
Kraaien in de mist,
De schaduw danst in vroeg licht,
Herfstochtend ontwaakt.

Hamster verzamelt,
Alle noten in zijn wang,
Voorraad tot aan de lente

Slide 13 - Diapositive

Je schoolleven
Nu zelf:
  • Drie regels
  • 1ste regel 5 lettergrepen
  • 2de regel 7 lettergrepen
  • 3de regel 5 lettergrepen
  • vanuit je zintuigen
  • niet rijmend

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea.
B
Het onderwerp van de tekst,
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.

Slide 23 - Quiz

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden door stortbuien in China
D
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel

Slide 24 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 25 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Rijschoolhouders zouden standaard een cursus ‘auto te water’ moeten aanbieden.
B
Tijdens rijlessen is er geen aandacht voor hoe je jezelf bevrijdt uit een auto die te water raakt.
C
Veilig Verkeer Nederland steunt het plan om standaard een cursus ‘auto te water’ aan te bieden.
D
Volgens Veilig Verkeer Nederland weten automobilisten niet wat ze moeten doen als hun auto te water raakt.

Slide 26 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Maak-/huiswerk


Maak opdracht 23, 31 en 32 van 10.4 en 10.5 uit je leerwerkboek A.

Slide 29 - Diapositive