B4 H1 TAALVERZORGING deel 2

DOEL

- Je kan werkwoorden correct spellen, met behulp van het schema 'werkwoordspelling'.
werkwoordspelling
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

DOEL

- Je kan werkwoorden correct spellen, met behulp van het schema 'werkwoordspelling'.
werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Korte herhaling


  • punt, vraagteken en     uitroepteken .?!
  • komma's
  • dubbele punt: en   "aanhalingstekens"
  • HOOFDLETTERS







Slide 2 - Diapositive

Een komma zet je ...
A
tussen twee persoonsvormen.
B
voor verbindings-woorden.
C
tussen twee moeilijke woorden.
D
tussen delen van een opsomming.

Slide 3 - Quiz

Verbeter:
als mensen diep moeten nadenken tekenen ze vaak poppetjes op papier op vrijdag 4 oktober had erwin van poppel een bijscholingscursus in het zuiden van zaandam ook hij had na afloop van de cursus een papier vol streepjes lijntjes hokjes en stipjes gekrabbeld als reactie zei erwin ik teken tijdens een voorlichting op een papier om mijn gedachten niet te laten afdwalen

Slide 4 - Question ouverte

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Juist of onjuist:
maandag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Juist of onjuist:
Audi
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Juist of onjuist:
afrikaanse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Juist of onjuist:
Lotte dacht: 'Wat een stomme toets.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Werkwoordspelling

Slide 11 - Diapositive

De hamvraag

Voor een correcte werkwoordspelling stel je eerst de belangrijke vraag:

heb ik te maken met een persoonsvorm?

Slide 12 - Diapositive












      Slide 13 - Diapositive

      Slide 14 - Vidéo

      Taalverzorging - werkwoordspelling












          Slide 15 - Diapositive

          Noteer de persoonsvorm:
          De gewonde hond lijdt volgens de arts ondraaglijk veel pijn.

          Slide 16 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          Volgens de wet moet de informatie van banken en verzekeraars begrijpelijk zijn.

          Slide 17 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          De Engelse les verschuift naar dinsdagmorgen.

          Slide 18 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          Waarom lezen jullie een regionale krant in plaats van een landelijk dagblad?

          Slide 19 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          Volgens mij begrijp jij niets van de uitgelegde stof.

          Slide 20 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          De genezing van mevrouw Smit lijkt nu toch door te zetten.

          Slide 21 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          's Winters wordt Robin altijd naar school gebracht.

          Slide 22 - Question ouverte

          Noteer de persoonsvorm:
          Door de vroege nachtvorst bevriezen alle niet gerooide aardappelen.

          Slide 23 - Question ouverte

          Schrijf het meervoud van de volgende woorden op:
          1. lijdt
          2. moet
          3. verschuift

          Slide 24 - Question ouverte

          Schrijf het meervoud van de volgende woorden op:
          1. lezen
          2. begrijp
          3. lijkt

          Slide 25 - Question ouverte

          Schrijf het meervoud van de volgende woorden op:
          1. wordt
          2. bevriezen

          Slide 26 - Question ouverte