Herhalingsles 1 t/m 2

Paragraaf 4.1: Een nieuwe kijk op de wereld 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 4.1: Een nieuwe kijk op de wereld 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Herhalen 4.1 en 4.2

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Renaissance
  • Rond 1300 --> nieuwe belangstelling voor de klassieke oudheid: tijd van Grieken en Romeinen. 
  • Ontstaan nieuwe cultuur --> Renaissance = wedergeboorte van de oudheid

  • Waar zou die Renaissance zijn begonnen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begon in Italië

  • Daar waren nog gebouwen en kunstwerken uit de oudheid 

  • Mensen in de renaissance gebruikten dat als voorbeeld

  • Kunstenaars/ architecten kregen niet alleen opdrachten van de kerk, ook van rijke burgers (bv: Medici-familie in Florence)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan nieuwe manier van denken
  • In de middeleeuwen --> memento mori: gedenk te sterven. Men vond men het leven op aarde niet zo belangrijk. = voorbereiding op leven na de dood

  • In renaissance --> carpe diem: pluk de dag! Net als Grieken + Romeinen genieten van leven op aarde. --> Rijkdom tonen in gebouwen, kunst etc. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan nieuwe manier van denken

Mens centraal

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

anatomie middeleeuwen

 anatomie renaissance

veranderingen in de kunst

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe gedachten in wetenschap
  • Kennis verzamelen uit oudheid 
  • Niet meer alles geloven wat de kerk beweerde
  • Zelf nadenken + controleren of het klopt

  • Maar men bleef wel christelijk
  • Voorbeeld --> Erasmus --> Bijbel opnieuw vertalen uit Grieks --> Zo ontdekke hij dat in Latijnse versie veel fouten stonden

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de renaissance?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat veranderde door de renaissance?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn ontdekkingsreizen?
  • Vanaf 1450
  • Reizen naar gebieden die toen nog niet bekend waren bij de Europeanen
  • Doel: Nieuwe route naar Azië vinden

  • Christoffel Columbus --> in 1492 "ontdekt" hij Amerika

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken ontdekkingsreizen
  • Naar Azië om specerijen te kopen --> Kon je veel geld mee verdienen. Eerst via Midden-Oosten aan de specerijen komen --> werd te duur... Dus opzoek naar eigen route naar Azië
  • Rond 1450 grote zeereizen voor het eerst mogelijk door technische verbeteringen in scheepsvaart --> bv kompas + betere kaarten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Columbus probeerde dit in 1492 maar ontdekte een nieuw continent: Amerika.
  • Handel en verbeteringen scheepvaart 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kompas
betere kaarten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen ontdekkingsreizen
  • Gevolgen voor: Azië, Afrika, Amerika:
  • 1. Europeanen gingen handelen, dwingen met geweld lage prijzen af. Oprichting handelsposten.
  • 2. Ontstaan koloniën in Midden- en Zuid-Amerika. (kolonie = gebied buiten Europa dat was veroverd en waar Europeanen zich vestigden en het bestuur regelden 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen ontdekkingsreizen
  • In koloniën --> plantages (= Een groot landbouwbedrijf, waar één product wordt verbouwd, bijvoorbeeld rietsuiker of tabak.) --> Indianen gedwongen om te werken
  • 3. Verspreiding Europese cultuur --> Sommige Indianenculturen (Azteken) verdwenen helemaal --> vernietigd door Europeanen
  • 4. Ziektes verspreid

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gingen ze op ontdekkingsreis?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem één gevolg van de ontdekkingsreizen

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Problemen in de Kerk

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geestelijken

  • De eerste stand
  • Bidden voor heel de bevolking
  • Als je goed leeft, naar de hemel

 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paus
  • Hoogste geestelijke
  • Baas van alle geestelijken
  • Woont in Rome


    > Gelovigen gaven geld aan de kerk om te laten zien dat ze goede christenen waren.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geestelijken

  • Kerken werden hierdoor erg rijk. 
  • Geestelijken gedroegen zich als vorsten in paleizen. 


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hervormers

  • Sommige mensen kwamen in protest tegen deze luxe. 
  • Jezus leefde toch ook niet zo?
  • Klopt de bijbel wel?


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ketters

  • De kerk trad hard op tegen mensen met kritiek (Ketters)
  • Speciale rechtbanken om mensen te bekeren (Inquisitie)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

strappado
Maarten Luther
3 punten van kritiek waar de paus erg boos om werd. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maarten Luther
3 punten van kritiek:
  1. Je kan je plekje in de hemel niet kopen bij de Paus.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maarten Luther
3 punten van kritiek:
  1. Je kan je plekje in de hemel niet kopen bij de Paus.
  2. De bijbel moet vertaalt worden zodat mensen hem zelf kunnen lezen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maarten Luther
3 punten van kritiek:
  1. Je kan je plekje in de hemel niet kopen bij de Paus.
  2. De bijbel moet vertaalt worden zodat mensen hem zelf kunnen lezen.
  3. Alles wat NIET in de bijbel staat moet worden afgeschaft. (Verering van heiligen)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot 1500 was er maar één Christelijke kerk in Europa. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luther veroorzaakt hervorming

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortaan zijn er twee kerken

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat deedt de kerk met ketters?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn twee dingen die Maarten Luther niet vond kloppen met de kerk?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 kerken zijn er na de hervorming?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions