Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ik begin de les, ik zorg dat iedereen stil op zijn plaats zit met hun ipad voor hun. Ze mogen een code op het bord scannen zodat ze deel kunnen nemen aan de les.
Wat gaan we vandaag leren?
- Wat zijn piramides en waar werden
deze voor gebruikt?
- Waar kun je piramides vinden?
- Schrijven in het hiërogliefen schrift
Slide 2 - Diapositive
Hier vertel ik wat we vandaag leren.
Slide 3 - Diapositive
Hier laat ik de leerlingen zien waar Egypte ligt en dat het ver bij Nederland vandaan ligt.
wat zien we hier?
is deze foto oud of nieuw?
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
vroeger
-------->
Nu
------->
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Piramide
De Farao
De Nijl
Een hieroglief
Slide 6 - Diapositive
Hier heb ik vijf belangrijke kenmerken die passen bij Egypte, deze bespreek ik met de leerlingen.
Slide 7 - Vidéo
Hier laat ik de video zien aan de leerlingen over Egypte. Na afloop van deze video zal er een 'quiz' zijn waardoor de leerlingen goed op moeten letten tijdens de les. Dit benadruk ik zodat de concentratie bij de video ligt.
Hoe wordt een piramide ook wel genoemd?
A
Een stenen graf
B
Een grafberg
C
Een huis
D
een pretpark
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat vinden we boven in de piramide?
A
Een uitkijkpunt
B
Een plek voor opslag
C
De koningskamer
D
Wapens
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe lang wordt er ongeveer aan een piramide gewerkt?
A
5 jaar
B
30 jaar
C
10 jaar
D
20 jaar
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke belangrijke persoon wordt er in de piramide begraven?
A
De koning
B
De juffen en meesters
C
De minister president
D
De farao
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
Hier is het hiërogliefenschrift, de leerlingen beginnen met het schrijven van hun naam met hiërogliefen. Vervolgens mogen ze nog een ander woord bedenken en opschrijven. Het praatmaatje moet vervolgens uitzoeken welk woord dit is.