Je omgeving waarnemen

Thema 5 - Waarneming, gedrag en regeling
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 - Waarneming, gedrag en regeling

Slide 1 - Diapositive

Je omgeving waarnemen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Lesdoelen
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
  • Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
  • Je kunt uitleggen wanneer zintuigen prikkels omzetten in zenuwimpulsen.

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je al over zintuigen?
zintuig

Slide 5 - Diapositive

Waarnemen
Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen.

Zintuig = orgaan dat reageert op invloeden uit je omgeving.


Slide 6 - Diapositive

Prikkels
Invloeden vanuit de omgeving.

Prikkels worden opgevangen door zintuigen, waardoor je ze kunt waarnemen.


Slide 7 - Diapositive

Ligging enkele zintuigen

Slide 8 - Diapositive

B1: Je omgeving waarnemen
Zintuigen

Oren: 
  • Gehoorzintuig
  • Evenwichtszintuig

Slide 9 - Diapositive

Zintuigen in de huid
- tastzintuigen: liggen vlak onder de opperhuid en nemen lichte aanraking waar.
- drukzintuigen: liggen dieper in de huid, reageren op druk.
- koudezintuigen: nemen kou waar
- warmtezintuigen
- pijnpunten: vrije uiteinden van
zenuwen. komen op allerlei plaatsen 
in je lichaam voor. 

Slide 10 - Diapositive

Zintuigen
Hebben speciale zintuigcellen die prikkels opvangen.

Sturen een impuls (elektrisch signaal) naar de hersenen, via de zenuwen.
In je hersenen wordt je bewust van de prikkels.

Slide 11 - Diapositive

Impulsen
Impulsen zijn elektrische signalen of elektrische stroompjes.

Die reizen van een zintuig naar de hersenen: waarnemen.

En van de hersenen naar de spieren en klieren: reageren 




Slide 12 - Diapositive

Prikkels en impulsen
Een zintuig zet een prikkel om in een impuls.

De impuls gaat door zenuwen naar de hersenen.

In je hersenen wordt je bewust van een prikkel.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waarnemen
Wat gebeurt hier allemaal?
Wanneer WEET je dat de vlieg er zit?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Drempelwaarde
In de zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.

De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt  = de drempelwaarde

Beïnvloeding van de drempelwaarde door gewenning

Slide 18 - Diapositive

vwo: drempelwaarde

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Impulsfrequentie
Hoe vaak een impuls ontstaat

Zwakke prikkel:
Lage impulsfrequentie

Sterke prikkel:
Hoge impulsfrequentie

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Adequate prikkel
Impuls

Slide 24 - Diapositive


Lezen: Basisstof 1 (blz. 88 en 89)
Maken: opdracht 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 
(blz. 90 t/m 92)

Huiswerk (H1)

Slide 25 - Diapositive


Lezen: Basisstof 1 (blz. 94 t/m 96)
Maken: opdracht Maken: 3, 5, 6, 7 en 8 
(blz. 97 t/m 100) 


Huiswerk (A1)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo