Werkwoordspelling td en vd (3.9 ) les 1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• leerwerkboek deel A, schrift, pen

Les 5

Planning

• Startopdracht / huiswerkcontrole
• Uitleg werkwoordenspelling 3.9
• Werkmoment
  
• Vooruitblik
• Toets bespreken

1.9: 3, 4, 5

2.9: 3, 4, 5

Schrijf op papier

De man leek (vermommen) te zijn.

De bal (stuiten vt) tegen de lat.

Door de storm (stranden vt) veel schepen op onze kust.

Met de strijkbouw heb ik mijn jurk (verschroeien).

Wacht niet te lang! (smeden) het ijzer als het heet is.

Tijdens het schoolfeest was de aula (versieren).

Iedereen (verwachten vt) een goed cijfer voor de toets.

Omdat het tegenviel, heeft hij zich een ijsje (veroorloven).

Schrijf op papier

De man leek (vermomd) te zijn.

De bal (stuitte vt) tegen de lat.

Door de storm (strandden vt) veel schepen op onze kust.

Met de strijkbouw heb ik mijn jurk (verschroeid).

Wacht niet te lang! (smeed) het ijzer als het heet is!

Tijdens het schoolfeest was de aula (versierd).

Iedereen (verwachtte vt) een goed cijfer voor de toets.

Omdat het tegenviel, heeft hij zich een ijsje (veroorloofd).

Voltooid deelwoord (p. 217)

Begint vaak met ge, be, ver, her.
Staat bijna altijd een hww bij: hebben, zijn of worden.

• Hij is naar school gefietst. / Hij krijgt een pakket thuisbezorgd. / Hij bleef verdacht.
• Maak het langer om te horen hoe je het schrijft.
• Gebruik anders 't Kofschip-X.

Voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord (p 218)

Deze gebruik je om aan te geven dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet. Schrijven: hele werkwoord + d.

• Terwijl ze lachte, liep ze het lokaal binnen.
• Lachend liep ze het lokaal binnen.
• Terwijl ze huilden, sloten ze elkaar in de armen.
  
• De vriendinnen sloten elkaar huilend in de armen.

Werkmoment

• Van 3.9 opdrachten: 3, 4, 5, 6.
• Kijk na en verbeter.

Lastig? Oefen met de werkwoordspelling in de online methode.

Kies voor: versterk jezelf.

Vooruitblik

Volgende les leesles

afronden fictietaak.

Toets bespreken

Alles van tafel.

Alleen een potlood.

Welkom!

Leg alvast klaar:

• leerwerkboek deel A, schrift, pen
• leesboek 
• iPad (dicht)

Les 6

Planning

• Startopdracht
• Werkmoment
  
• Vooruitblik

Benoem de ww: pv, vd of td

De groep thuisblijvers is zeer gevarieerd.

In het lokaal vind je kinderen werkend aan hun tafel.

Mopperend hebben leerlingen hun stoel aangeschoven.

Benoem de ww: pv, vd of td

De groep thuisblijvers is zeer gevarieerd.

                                              pv                      vd

In het lokaal vind je kinderen werkend aan hun tafel.

                              pv                             td

Mopperend hebben leerlingen hun stoel aangeschoven.

              td             pv                                                                vd

Waar zit de fout?

Een half jaar lang hebben zij Messi gevolgt.

Tiktokkers heb je in alle soorten en maten, variërent van tieners tot senioren.

Ze hebben hele mooie belevenissen beleeft en vertelt. 

Waar zit de fout?

Een half jaar lang hebben zij Messi gevolgt.=> gevolgd

Tiktokkers heb je in alle soorten en maten, variërent van tieners tot senioren.                                                           => variërend 

Ze hebben hele mooie verhalen beleeft en vertelt. 

                                                                        => beleefd en verteld

Maak fictietaak af en lever in.

Maak weektaak af 3.9: 3, 4, 5, 6.

Vooruitblik

Les 1:

Controle weektaak week 12 (boek a en b mee)

Uitleg vd en td als bijvoeglijk naamwoord.

Les 2:

Uitleg spelling van Engelse werkwoorden

Les 3:

Leesles => neem weer een nieuw leesboek mee.

Werkmoment

• Van 3.9 digitaal opdrachten: 1, 4, 5 en 10.
• Opdrachten rood? Vraag mij te resetten en doe ze opnieuw.

Welkom!

Leg alvast klaar:

• leerwerkboek deel A en B, schrift, pen
• leesboek 
• iPad (dicht)

Les 7

Planning

• Herhalen td, vd en bn.
• Uitleg 4.9 bijvoeglijk gebruikt
• Werkmoment
  
• Afsluiten van de les
  

vd, td en bn 

vd: voltooid deelwoord, hulpwerkwoord en voltooid deelwoord

het geeft aan dat een handeling voltooid is / afgerond

Hij heeft gelopen, zij heeft gepraat.

td: tegenwoordig deelwoord, hele werkwoord + d

het geeft aan dat een handeling bezig is: pratend, lopend

bn: zegt iets over een zelfstandig naamwoord. De rode auto.

VD en TD als BN (p. 67/68)

• Schrijf zoals je het hoort.
• Schrijf het zo kort mogelijk.
• Volg de regels van het bijvoeglijk naamwoord.

Het ei is gebakken.
Het ...... ei.

1. gebakte
2. gebakken
3. gebaken
4. gebakkte

De kat is gered.
De ....... kat.

1. geredde
2. gereedde
3. gerede
4. gereden

De foto is vergroot.
De ...... foto.

1. vergrootte
2. vergrote
3. vergroten
4. vergrootten

De meisjes zijn aan het kletsen.
De ...... meisjes.

1. kletsend
2. kletsende
3. kletzend
4. kletzende

We zijn de jasjes aan het passen.
Deze gele is een ....... jasje.

1. passende
2. passend
3. pasend
4. gepast

Werkmoment

• Van 3.9 digitaal opdrachten: 1, 4, 5 en 10.
  
• Van 4.9: 1-1, 4, 5 en 6.
  
• Opdrachten rood? Vraag mij te resetten en doe ze opnieuw.

Vooruitblik

Volgende week verder met 5.9 Engelse werkwoorden.

Neem je leerwerkboek deel B ook mee.