Week 38 klas 1 B Spelling Hoofdletters

Week 38 klas 1 B Spelling Hoofdletters
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Week 38 klas 1 B Spelling Hoofdletters

Slide 1 - Diapositive

Allereerst...
  • Is iedereen aanwezig? 
  • stamgroepen ?

vorige les

werkboek:   blz. 222
pen + A-4 schrift met taakwerk week 37 af  
Ipad ! (dicht)
week 38/3

Slide 2 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen 
taakwerk:  afmaken week 38 
controle huis/taakwerk week 38
schrijfschrift : opdracht 7  maken en inplakken 
blooket ? 


Slide 3 - Diapositive

klassikaal en Zelfstandig werken
Wat
opdracht 1, 2 en 3 
Hoe
1  samen /          2 en 3  zelf 
Hulp
hand opsteken 
Tijd
einde les 
Uitkomst
zelf nakijken 
Klaar
verder in je schrift  met opdracht 3,  4, 5, 6 en 7
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

hands-up voor een hoofdletter 
  • prinsjesdag 
  • maandag 
  • zomervakantie
  • willem-alexander 
  • ronerborg
  • voetbalclub
  • zuid-west

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

blz. 222   thema 7 , par. 1 :  Hoofdletters 

Slide 7 - Diapositive

Leerdoel
ik weet : de theorie bij het gebruik van hoofdletters 
ik kan :   hoofdletters gebruiken/ schrijven 
  •  bij het schrijven van namen
  •  aan het begin van een zin
  •  en bij woorden die afgeleid zijn van namen.

Slide 8 - Diapositive

Wat weet je al over het gebruik van hoofdletters in het Nederlands?

Slide 9 - Carte mentale

Wat zijn hoofdletters?
Hoofdletters zijn grote letters 

die gebruikt worden aan het begin van een zin, bij namen van personen, plaatsen, landen en bij woorden die afgeleid zijn van namen.

Slide 10 - Diapositive

Hoofdletters bij namen
Bij namen van personen, plaatsen en landen beginnen we altijd met een hoofdletter. 
Bijvoorbeeld: 
Jan, Piet, Sinterklaas
Amsterdam, Roden, Assen , Groningen  
Nederland.

Slide 11 - Diapositive

Hoofdletters aan het begin van een zin
Elke zin begint met een hoofdletter. Bijvoorbeeld: Ik ga naar school. Vandaag is het mooi weer.

Slide 12 - Diapositive

Hoofdletters bij afgeleide woorden
Woorden die afgeleid zijn van namen krijgen ook een hoofdletter. 
Bijvoorbeeld: 
Rodermarkt 
Groninger koek
Drentse turfjes 

Slide 13 - Diapositive

Oefenen met namen
Schrijf in je schrift 2  namen  van je klasgenoten met een hoofdletter: 

Slide 14 - Diapositive

Oefenen met zinnen
Schrijf de volgende zinnen  met de juiste hoofdletters: 
ik woon in nederland. mijn vriendin komt uit belgië.

Slide 15 - Diapositive

Oefenen met afgeleide woorden
Schrijf de volgende woorden met een hoofdletter: 

rodense boekhandel
sinterklaasfeest
daimy van der vaart 

Slide 16 - Diapositive