Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijvoeglijke naamwoorden zonder een zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden zonder een zelfstandig naamwoord
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 7
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bijvoeglijke naamwoorden zonder een zelfstandig naamwoord
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
Woorden die wat zeggen over een zelfstandig naamwoord
Een
rode
bal
Een
lief
hondje
Het
grote
bord
De
gekke
clown
Slide 2 - Diapositive
Nu zonder zelfstandig naamwoorden
Ik ga drink mijn water uit die zwarte beker.
Hoe zeg je deze zin zonder zelfstandig naamwoord?
Slide 3 - Diapositive
Oefenen
Ik trek twee verschillende sokken aan, een witte en een rode.
Hoe zit het in deze zin?
Slide 4 - Diapositive
Oefenen
Stap 1: wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Stap 2: Naar welk woord verwijst het?
We hebben keuze en witte en bruine broodjes.
Slide 5 - Diapositive
Oefenen
Stap 1: wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Stap 2: Naar welk woord verwijst het?
Je kunt ook kiezen uit grote of kleine bordje met sla.
Slide 6 - Diapositive
Oefenen
Stap 1: wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Stap 2: Naar welk woord verwijst het?
Kies jij voor magere, halfvolle of volle melk?
Slide 7 - Diapositive
Welk bijvoeglijk naamwoord staat er in de zin?
Je weet toch dat ik bijzondere caps verzamel?
Slide 8 - Question ouverte
Welke bijvoeglijke voornaamwoorden staan er in de zin?
Kijk, daar hebben ze gekke petten en bijzondere?
Slide 9 - Question ouverte
Welke bijvoeglijke naamwoorden staan er in de zin?
Han geverfde petten en geborduurde vind ik het mooist.
Slide 10 - Question ouverte
Welke bijvoeglijke naamwoorden staan er in de zin?
Dit is een coole cap, maar helaas geen passende.
Slide 11 - Question ouverte
Welk bijvoeglijke naamwoorden staat er in de zin en naar welk woord verwijzen ze?
'
Ik ga een rare maar leuke hobby aan mijn ouders laten zien.
Slide 12 - Diapositive
Welke bijvoeglijk naamwoorden staan er in de zin en naar welk zelfstandig naamwoord wijzen ze?
Ze hebben een uitgebreid en interessant museum gebouwd.
Slide 13 - Question ouverte
Welk bijvoeglijke naamwoorden? Naar welk woord verwijzen ze?
De rode hoeden vind ik leuker dan de groene.
Slide 14 - Question ouverte
Welk bijvoeglijke naamwoorden? Naar welk woord verwijzen ze?
De kinderen in de klas zijn erg fanatiek en gemotiveerd.
Slide 15 - Question ouverte
Welk bijvoeglijke naamwoorden? Naar welk woord verwijzen ze?
Deze gemakkelijke tekst is fijner lezen dan die moeilijke.
Slide 16 - Question ouverte
Welk bijvoeglijke naamwoorden? Naar welk woord verwijzen ze?
Heb jij liever harde broodjes, of hou je van zachte?
Slide 17 - Question ouverte
Hoe ging de les?
A
10/10 Ik snap het helemaal
B
8/10 Ik snap het goed
C
6/10 Ik snap het een beetje
D
Ik snap het nog niet
Slide 18 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
W42 3V1 NE SPELLING
August 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
les 5: herhaling woordsoorten
May 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1,2
Taal: thema 7, week 1, les 5
March 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 7
Spelling v3 nov. 2023
February 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HAVO 2 - SPELLING - MEERVOUD ZNW AANPASSEN
March 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Talent 3V Hoofdstuk 3.4 grammatica: btw en bvb-zin
February 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
vwo3, revision adverbs en adjectives
February 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3