Leerjaar 2 - Fictie - uitleg

Welkom
2B!
Op je tafel:
leesboek, boek Nederlands,
pen en laptop
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
2B!
Op je tafel:
leesboek, boek Nederlands,
pen en laptop

Slide 1 - Diapositive

Iedere les
starten met 10 minuten zelfstandig lezen

Slide 2 - Diapositive

Zelfstandig lezen!
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Welke verzonnen verhalen ken je?

Slide 4 - Carte mentale

FICTIE

Slide 5 - Diapositive

Wat gaan we leren?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.

Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.

Slide 6 - Diapositive

  • welkom
  • 12 minuten lezen
  • bespreken/nakijken huiswerk
  • zelfstandig werken

Slide 7 - Diapositive

Fictie
Verzonnen verhalen
Non-fictie
Werkelijkheid

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Welke fictieve (verzonnen) verhalen/boeken ken je?

Slide 10 - Carte mentale

Welke non-fictieve verhalen (boeken) ken je?

Slide 11 - Carte mentale

Wat is fictie?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is non-fictie?

Slide 13 - Question ouverte

Dit maakt een verhaal realistisch

Mensen lijken echt in wat ze doen of zeggen.

De omgeving lijkt echt.

Gebeurtenissen zijn in de werkelijkheid ook mogelijk.

Er komen mensen en plaatsen voor die echt bestaan.
Dit maakt een verhaal niet-realistisch

Mensen doen en zeggen dingen die niet echt kunnen.

De wereld is verzonnen.

Gebeurtenissen zijn onwaarschijnlijk.

Er komen verzonnen wezens of fantasiefiguren in voor.

Slide 14 - Diapositive

Wanneer is een verhaal/boek realistisch?
A
Als het verhaal echt is gebeurd
B
Als het verhaal verzonnen is
C
Als het verhaal echt gebeurd zou kunnen zijn
D
Als het verhaal niet verzonnen is

Slide 15 - Quiz

Wat hebben we geleerd?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.

Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.

Slide 16 - Diapositive

FICTIE

Slide 17 - Diapositive