Cette leçon contient 56 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 120 min
Introduction
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom Nederland in 1848 een nieuwe grondwet kreeg en welke gevolgen dit had voor het bestuur van het land.
Éléments de cette leçon
Staatsinrichting
van Nederland
1. Een nieuwe grondwet
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom Nederland in 1848 een nieuwe grondwet kreeg en welke gevolgen dit had voor het bestuur van het land.
Slide 3 - Diapositive
Wat is staatsinrichting?
Staatsinrichting is de wijze waarop de staat,
zijn regering en zijn bestuur zijn ingericht.
Bij geschiedenis leer je vooral hoe dit in Nederland is ontstaan;
Bij maatschappijleer leer je vooral hoe dit in Nederland werkt
Slide 4 - Diapositive
1789:
De Franse Revolutie
Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap
Einde aan Koninkrijk Frankrijk
Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij
Een grondwet
Slide 5 - Diapositive
1795-1801:
Bataafse Republiek
Revolutie o.l.v. de Patriotten: zij willen meer van het volk (...en zijn wel klaar met de Oranjes)
De Patriotten krijgen hulp van de Fransen
Frankrijk bezet Nederland (1795-1813) en erfstadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland
Slide 6 - Diapositive
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Napoleon verslagen bij Waterloo
Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I
Nederland krijgt een grondwet en een tweekamerstelsel
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, België en Luxemburg
Slide 7 - Diapositive
1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken:
Nederlands officiële taal
Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek
Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders
Nederland wordt voorgetrokken
Slide 8 - Diapositive
Belgische Revolutie
1830
Tijdens de viering van de verjaardag van koning Willem I in Brussel,
slaat de vlam in de pan en komt het volk in opstand.
Ruim een maand later roepen de Belgen hun onafhankelijkheid uit
Slide 9 - Diapositive
Video
High Speed History:
Wanneer werd België onafhankelijk?
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Gevolgen
1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
1831: Tiendaagse Veldtocht
1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
1840: Willem I treedt af
Slide 12 - Diapositive
1840-1848:
Koning Willem II
Conservatief: geen ruimte voor veranderingen
Regeert, min of meer, als absolute vorst
Moet niets weten van democratie
Moeizame relatie met zijn vader
Slide 13 - Diapositive
Hoe zag het bestuur van Nederland er uit
tussen 1815-1848?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Benoemt
Slide 17 - Diapositive
Benoemt
Slide 18 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Slide 19 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Slide 20 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Slide 21 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Slide 22 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Slide 23 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Slide 24 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Kiest
Slide 25 - Diapositive
Verantwoording
Benoemt
Kiest
Slide 26 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Kiest
Slide 27 - Diapositive
Benoemt
Verantwoording
Kiest
Slide 28 - Diapositive
Revolutiejaar
1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Slide 29 - Diapositive
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 30 - Diapositive
Gevolgen (1)
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:
Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid
Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)
Slide 31 - Diapositive
Gevolgen (2)
Parlementaire democratie (=parlement heeft het laatste woord)
Constitutionele monarchie (=koning moet zich aan de grondwet houden)
Verandering van het parlementaire stelsel ("Hoe wordt het parlement gekozen?", "Wie heeft welke macht?")
Slide 32 - Diapositive
Nieuwe Grondwet
1848
Slide 33 - Diapositive
Trias Politica
Belangrijk onderdeel van een parlementaire democratie
Verdeling van de macht in het land in drie machten
Bedacht in Frankrijk in 18e eeuw, toen de koning alle macht(en) had.
Iemand kan maar bij één van de drie machten horen.
Slide 34 - Diapositive
Trias Politica
(Driemachtenleer)
Slide 35 - Diapositive
Hoe zag het bestuur
van Nederland er
vanaf 1848* uit?
*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig
Slide 36 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 37 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 38 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 39 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 40 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 41 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 42 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 43 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 44 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 45 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 46 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 47 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 48 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 49 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 50 - Diapositive
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 51 - Diapositive
Begrippen uit deze les
grondwet
ministeriële verantwoordelijkheid
onschendbaarheid
Staten-Generaal
Eerste Kamer
Tweede Kamer
censuskiesrecht
parlementaire democratie
constitutionele monarchie
Trias Politica
Slide 52 - Diapositive
Personen uit deze les
Koning Willem I
Koning Willem II
Johan Rudolf Thorbecke
Slide 53 - Diapositive
Jaartallen uit deze les
1789: Franse Revolutie
1795-1801: Bataafse Republiek
1815-1830: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
1830: België verklaart zich onafhankelijk
1848: Revolutiejaar
1848: Thorbecke maakt een nieuwe Grondwet
Slide 54 - Diapositive
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 55 - Question ouverte
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen