Dt3 les 1

Dt3 les1
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Dt3 les1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een klaslokaal staan stoelen en krukken. Op elke stoel en op elke kruk zit een kind. Elke stoel heeft 4 poten, elke kruk heeft 3 poten en elk kind heet 2 benen.
Bij elkaar geeft dit een totaal van 39 poten en benen
Hoeveel stoelen staan er in de klas?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel stoelen staan er in de klas?
Kruk + 2 benen = 5 poten
Stoel + 2 benen = 6 poten

3 krukken is 15 poten
4 stoelen is 24 poten
samen 39 poten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

regels verhoudingstabel
1. tekenen met potlood en liniaal, schrijven met pen
2. vul de titels in
3. Vul alle gegevens in, ook de berekeningen
4. schrijf los de conclusie op
60 - 9 = €51,00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 5 - Diapositive

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Wat typ ik in op mijn rekenmachine?
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
Euro (€)
0,49
Gram
100
1
350
A
100 : 100 x 350
B
0,49 : 1 x 350
C
350 : 100 x 0,49
D
0,49 : 100 x 350

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6 appels kosten in
de winkel € 2,40
Wat kosten 5 appels? €...,...
A
€ 0,40
B
€ 20,-
C
€ 2,-
D
€ 4,00

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10

Slide 8 - Quiz

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.
Wat is de verhouding
appel : banaan
A
2:3
B
2:5
C
3:2

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verhouding appels en peren in een fruitmand is 1 : 3. In totaal liggen er 12 stukken fruit in de fruitmand. Hoeveel peren liggen er?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit een verhoudingstabel?
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit een verhoudingstabel?
aantal
2
6
20
totaal
5
9
50
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is dit een verhoudingstabel?
aantal
2
6
20
totaal
5
15
50
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Hoofdstuk 1.4 en 2.4

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions