Thema 8 Gedrag

Thema 8: Gedrag
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 8: Gedrag

Slide 1 - Diapositive

BS 1. Wat is gedrag?
Alles wat je doet, zoals lachen of naar iets kijken is allemaal gedrag.
Als er iets gebeurt ontvangen jouw hersenen een prikkel, en ontstaat een impuls die zorg voor een reactie in je spieren dit heet een respons.
Gedrag bestaat meestal uit een groot aantal handelingen.

Slide 2 - Diapositive

Studie van gedrag.
Het gedrag van dieren word meestal in het wild bestudeert, omdat dieren dan hun natuurlijke gedrag tonen.
Gedrag moet objectief waargenomen worden, dan worden er alleen feiten gebruikt en geen meningen van de waarnemer.
De studie van gedrag heet Ethologie.
Een beschrijving van de handelingen van een dier heet een Ethogram.
Een lijst van opeenvolgende handelingen van een dier heet een protocol.

Slide 3 - Diapositive

Ethogram

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld van een protocol
Wat is een protocol?

Slide 5 - Diapositive

Gedragsketens
Als gedrag uit een serie handelingen in een vaste volgorde bestaat spreken we van gedragsketen.
Gedragsketens zijn vaak te zien bij het paringsgedrag.
Dit gedrag gaat vooraf voor de voortplanting.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

BS 2. Oorzaken van gedrag
Een prikkel is een verandering die je waarneemt in je omgeving of in je lichaam.
Honger, Dorst en angst zijn voorbeelden van inwendige prikkels.
Prikkels die je met je zintuigen waarneemt zijn Uitwendige prikkels.

Slide 8 - Diapositive

BS 2. Oorzaken van gedrag
 Een reactie op een prikkel is een respons.

Gedrag is het resultaat van een prikkel en motivatie.
Motivatie wordt veroorzaakt door inwendige prikkels, zoals honger of dorst.

Deze zorgen ervoor dat je iets gaat doen!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Sleutelprikkels spelen een bepaalde rol bij het veroorzaken bij een bepaald gedrag.
Een prikkel die een sterkere reactie veroorzaakt dan een sleutelprikkel heet een Supranormale prikkel.
het gedrag van mensen die producten kopen heet Consumentengedrag.

Slide 11 - Diapositive

Sleutelprikkels
Prikkels die een doorslaggevende rol hebben in het uitlokken van gedrag noemen we sleutelprikkels.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Supranormale prikkels
Supranormale prikkels hebben helemaal een onweerstaanbare invloed op het gedrag van diegene die de prikkel ontvangt. Supranormale prikkels zijn sterk overdreven sleutelprikkels.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat zijn drie voorbeelden van Inwendige prikkels?
A
Honger, dorst & geluid
B
Honger, dorst & angst
C
Horen, Ruiken & voelen

Slide 17 - Quiz

Hoe neem je uitwendige prikkels waar?
A
Voelen
B
Horen
C
Alle zintuigen
D
zien

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Wat zou een verklaring kunnen zijn voor homoseksueel gedrag bij vrouwtjesgorilla's?

Slide 20 - Question ouverte

BS 3. Aangeboren en aangeleerd gdrag.
Erfelijke factoren zijn genen.
Als erfelijke factoren gedrag bepalen, is dat aangeboren gedrag.
Aangeboren gedrag heet bij dieren Instinct.
Als gedrag ontstaat door leren, is dit aangeleerd gedrag.

Slide 21 - Diapositive

Wat is bij jou aangeboren gedrag en wat is bij jou aangeleerd gedrag?

Slide 22 - Question ouverte

Aangeboren gedrag (Instinct)
Al vanaf de geboorte kunnen mensen gedrag vertonen dat nuttig kan zijn, maar is niet altijd effectief!

Slide 23 - Diapositive

Gewenning
Dezelfde prikkel houdt langere tijd aan, dus worden de impulsen steeds minder

Slide 24 - Diapositive

Inprenting
Iets dat geleerd wordt in een bepaalde korte levensperiode, oftewel de gevoelige periode. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Conditioneren
Een bepaald gedrag wordt geleerd door beloning of straf.

Slide 27 - Diapositive

Proefondervindelijk leren (Trial-and-error)
→ Soort zoekgedrag zonder plan
leren van ervaringen die worden opgedaan bij het uitvoeren van bepaald gedrag
- Vogel eet geen oranje rupsen meer na slechte ervaring met oranje rups

-Jonge beren die vis proberen te vangen (ook deels imitatie)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

BS 4. Sociaal gedrag
Bepaalde handelingen worden ook wel als signalen gezien.
Het afgeven van signalen is een vorm van communicatie.
Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar heet sociaal gedrag.
Dieren die in een groten groep leven maken gebruik van verschillende taakverdelingen.

Slide 30 - Diapositive

Het gebied wat een dier verdedigt tegen andere diersoorten heet een territorium.
Als dieren hun territorium verdedigen maken gebruik van dreiggedrag.
= vorm van territoriumgedrag, bevat vaak kenmerken van aanvalsgedrag en vluchtgedrag.

Slide 31 - Diapositive

territoriumgedrag
Gedrag met als doel: afbakenen en verdedigen van het territorium = voedsel en ruimte voor voortplanting

gedragssysteem territoriumgedrag:
- afbakenen
- verdedigen
- indringers aanvallen (Dreiggedrag)
- Vluchten (Dreiggedrag)
- Imponeergedrag (groot maken)

Slide 32 - Diapositive

Paringsgedrag bestaat bij veel dieren uit baltsgedrag. Gevolgd door de paring.
= Baltsgedrag is gedragsketen voorafgaand aan voortplanting, om een partner aan te trekken en om de motivatie voor de paring te vergroten.
Het verzorgen van de eieren en de jongeren heet broedzorg (voedingsgedrag + verzorgingsgedrag).

Slide 33 - Diapositive

Is de balts van deze vlinders een voorbeeld van een signalen of gedragsketen?
A
Signalen
B
Gedragsketen
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 34 - Quiz


Verantwoorde behuizing houdt in dat dierentuinen en boerderijen betere dierverblijven krijgen.

Slide 35 - Diapositive

Waarom is verantwoorde behuizing belangrijk voor dieren in een dierentuin.
A
zo vertonen ze hun natuurlijke gedrag
B
dat is gezonder
C
beter voor het milieu

Slide 36 - Quiz

BS 5. Gedrag bij mensen
Mensen hebben normen en waarden voor hun gedrag.
Normen zijn gedragsregels die voor ieder anders zijn.
Waarden zijn uitgangspunten die mensen gebruiken bij het inrichten van hun leven.

Slide 37 - Diapositive

Wat vind jij belangrijke normen in het leven?

Slide 38 - Question ouverte

Een rol is iets wat jij speelt voor iemand in zijn leven.
Bijvoorbeeld op school speel jij de rol van de leerling.
Al het gedrag dat bij een bepaalde rol hoort, noemen we het rolpatroon.

Slide 39 - Diapositive

Een bekende rolpatroon is het traditionele man-vrouwrolpatroon.


Slide 40 - Diapositive

Wat is jou mening over het traditionele man-vrouwrolpatroon?

Slide 41 - Question ouverte

Hebben jullie veel geleerd van deze les?
A
ja
B
nee
C
beetje

Slide 42 - Quiz

Wat kon er beter aan deze les?

Slide 43 - Question ouverte

einde uitleg
de rest van de les maken diagnostische toets en vragen stellen

Slide 44 - Diapositive