Quiz V5 H4 Zuid-Amerika

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Ligt Zuid-Amerika op N.B. of Z.B.?
Ligt Zuid-Amerika op O.L. of W.L.?

1. Op N.B. en O.L.
2. Op Z.B. en W.L.
3. Op N.B. en W.L.
4. Op Z.B. en O.L.

Zuid-Amerika was gekoloniseerd door voornamelijk...

1. Spanje en Portugal
2. Spanje en Frankrijk
3. Spanje en Engeland
4. Spanje en Nederland

Wat klopt niet over Zuid-Amerika?

1. Er is een grotere diversiteit aan klimaten dan in Europa
2. De meeste landen hebben een gevarieerde bevolking
3. Het Amazone regenwoud beslaat 80% van Zuid-Amerika
4. Brazilië is het grootste land van Zuid-Amerika

Klimaten in Zuid-Amerika...

1. kennen weinig neerslagverschillen
2. worden in het westen m.n. door reliëf bepaald
3. worden in het oosten m.n. door reliëf bepaald
4. kennen weinig temperatuurverschillen

Welk klimaat komt in Zuid-Amerika het minst voor

1. Poolklimaten, want niet op goede breedte
2. Gematigde klimaten, want rare zeestromen
3. Landklimaten, want oceaan te dichtbij
4. Droge klimaten, want genoeg pasaatwinden.

Het regent in januari
het meest in/op....

1. De galapagos-eilanden
2. Yok Balum Cave
3. Niet te zeggen op basis van deze figuur
4. Huagapo Cave

Klimaten in Zuid-Amerika...

1. kent weinig neerslagverschillen
2. worden in het westen door hoogte bepaald
3. worden in het oosten door hoogte bepaald
4. worden grotendeels door neerslag bepaald

Voor zuid-Amerika:

1. staat deze afbeelding precies goed
2. zou je deze afbeelding moeten spiegelen

Het gebergte de Andes is
ontstaan door...

1. Een divergente plaatgrens
2. Een convergente grens met alleen plooiing
3. Een oude, nu inactieve, plaatgrens
4. Een convergente grens die oa tot vulkanisme leidt

Volcanic Gaps ontstaan door

1. te jonge oceanische platen
2. te zware continentale platen
3. te oude oceanische platen
4. te groot dichtheids-verschil bij subductie

De latifundia zijn vooral gericht op het verbouwen van .....

1. Food crops
2. Cash crops
3. Flex crops
4. Biologische landbouw

De latifundia richten zich vooral op

1. productie voor de steden
2. productie voor eigen gebruik
3. productie voor de export
4. mensen met veel kapitaal

De export van grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen neemt de komende decennia vooral toe naar

1. Europa
2. Noord -Amerika
3. Azië
4. Afrika

Welvaart in Zuid-Amerika wordt voor een relatief groot deel door...

1. De plaats waar je woont
2. Politieke invloed
3. Grondbezit
4. Je culturele achtergrond

Welke landen heeft absoluut het meeste handel met de EU?

1. Colombia
2. Brazilië
3. Peru
4. Argentinië

In welk land is er de meeste afname van inkomensongelijkheid? Gebruik kaart 207G

1. Chili
2. Venezuela
3. Colombia
4. Argentinië

Welk begrip wordt hier omschreven?
Gewassen die speciaal voor de handel geteeld worden.

1. Latifundia
2. Minifundia
3. Cash crops
4. Landgrabbing

Waaruit bestaat het exportpakket van een land uit de periferie vooral?

1. hoogwaardige industrieproducten
2. grondstoffen
3. halffabrikaten
4. financiële en zakelijke diensten

Wat is exportvalorisatie?

1. Diversificatie van je exportpakket
2. Waarde toevoegen aan goederen die je gaat exporteren
3. Het verwerven van meer delfstoffen voor export
4. Een overzicht van de invoer en uitvoer van goederen en diensten

Een eenzijdig exportpakket:

1. Vormt een stabiele basis voor economische ontwikkeling
2. Maakt een land kwetsbaar voor schommelingen op de wereldmarkt
3. Vergroot de diversiteit van bedrijvigheid binnen een land
4. Stimuleert de ontwikkeling van industrialisatie

Importsubstitutie houdt in dat

1. een land zich steeds meer gaat richten op het importeren van goederen
2. een land producten zelf gaat maken ipv deze te importeren
3. in plaats van import nu voor export werd gekozen
4. een land gaat andere producten importeren om minder afhankelijk te worden

2 beweringen:
1. De UNASUR is ontstaan door een fusie van de MERCOSUR en de CAN (Andesgemeenschap)
2. De MERCOSUR is een unie van 12 Zuid-Amerikaanse naties die op politiek en economisch gebied samenwerken

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
4. Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist