§6.2 Waar zorgt de overheid voor? ed.7_2025

Hoofdstuk 6 
Wat doet de overheid?
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 
Wat doet de overheid?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weten we het nog? 
Paragraaf 6.1

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen paragraaf 6.1
  • Je weet dat de overheid bestaat uit gemeente, provincie en rijksoverheid en dat haar  werknemers ambtenaren heten.
  • Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
  • Je weet dat de provincie een deel van de infrastructuur bepaalt.
  • Je weet wat de rijksoverheid is en wat zij doet.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 Niveaus

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemeente
  • houdt basisregister personen bij.
  • geeft officiële documenten uit (paspoort, rijbewijs etc.).
  • maakt bestemmingsplannen (welk gebied voor huizen, natuur, bedrijven). 
  • legt straten en fietspaden aan.
Provincie 
  • verantwoordelijk voor een deel van de infrastructuur.
  • verantwoordelijk voor het openbaar vervoer
  • verantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening
  • verantwoordelijk voor waar dorpen en steden mogen uitbreiden.
  • verantwoordelijk voor war natuur- en recreatiegebieden komen. 
  • verantwoordelijk voor provinciale wegen, fietspaden en bruggen.
  • houdt toezicht op de gemeente. 
Rijksoverheid 
  • zorgt voor de veiligheid in ons land.
  • zorgt voor de onderhoud van de dijken in ons land.
  • is verantwoordelijk voor het onderwijs in ons land.
  • verantwoordelijk voor de spoorwegen en snelwegen.  

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

§6.2 Waar zorgt de overheid voor?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen: 
Je kunt:
  1. uitleggen wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en voorbeelden geven.
  2. uitleggen wat sociale zekerheid is.
  3. uitleggen waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  4. het verschil benoemen tussen de particuliere en de collectieve sector.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheid zorgt niet alleen voor veiligheid of sportvelden, wegen en onderwijs. De overheid zorgt ook voor mensen die geen of weinig inkomen hebben. In deze paragraaf leer je daar meer over.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de theorie stukjes van §6.2

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
Je hebt 6 minuten om de tekst te lezen. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaat de tekst over?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 1:
Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en een aantal voorbeelden geven.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend het woord collectief?

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

collectieve voorzieningen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectieve voorzienigen
Wordt door de overheid geregeld.
Wordt betaald door de overheid.
Iedereen mag er gebruik van maken.


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie regelt het?
Overheid
De bewoners zelf
Brandweer
Politie
Sportvoorzieningen
Kleding
Eten en drinken
Mobiele telefoons

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een uitkering een collectieve voorziening?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheid zorgt voor jou
Als mensen geen of te weinig inkomen hebben, kunnen ze van de overheid een uitkering krijgen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 2:
Je kunt met voorbeelden uitleggen wat sociale zekerheid is.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je geen inkomen?
Wat nu....?
Kan het niet..... lukt het niet.....?

Maakt niet uit. 

De overheid zorgt voor je.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten uitkeringen
WW-uitkering
AOW-uitkering
Huurtoeslag
Zorgtoeslag

= Sociale zekerheid

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 3:
Je kunt uitleggen waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een premie?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

2 soorten premies
Premies werknemers verzekeringen (zie vorige video)
Je hebt mee betaald.


Premies sociale verzekeringen (bijvoorbeeld AOW)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Premies werknemers verzekeringen 
- Je hebt meebetaald
- Je voldoet aan een voorwaarde (je hebt ooit gewerkt voor een bepaalde tijd).

Premies sociale verzekeringen 
Bijvoorbeeld AOW
- Is voor iedereen
- Iedereen betaald mee (via inkomen...als je dat hebt))
- Je voldoet aan een voorwaarde om het te krijgen (bijvoorbeeld leeftijd)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 4:
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de particuliere en de collectieve sector.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil?
Winstoogmerk

Wat???

Ze maken winst of gaan failliet.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Particuliere sector
bedrijven
gezinnen
streven naar winst
streven niet naar winst
Samengevat

Slide 32 - Diapositive

voorbeeld collectieve voorziening

waar bestaat de colectiecve sector uit?
Overheid en instellingen sociale zelkerheid (volksverzekeringen en werknemersverzekeringen

waar bestaat de particuliere sector uit

streeft de collectieve sector naar winst?
Collectieve sector:
Overheid(sbedrijven)

Bijvoorbeeld:
Gemeente
Provincies
Het Rijk
Brandweer
Scholen
Bibliotheken
Particuliere sector:
Bedrijven en burgers.

Maken winst!!! Zoniet, gaan ze uiteindelijk failliet.

Bijvoorbeeld:
Albert Heijn
Boekenwinkel
Mediamarkt
Banken

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Aan de slag!
Maken opdrachten paragraaf 6.2
Afmaken paragraaf 6.1

Slide 34 - Diapositive

controlevragen: ja duim omhoog, nee duim omlaag
1) valt de colectieve sector onder de  overheid? 
2) streeft de collectieve sector naar winst?
3)

Leerdoelen:
  1. Je weet wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en de collectieve sector.
  2. Je kunt met voorbeelden uitleggen wat sociale zekerheid is.
  3. Je weet waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  4. Je weet wat het verschil is tussen de particuliere en de collectieve sector.
  5. Je hebt paragraaf 6.2 goed begrepen.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht:
Maak 10 foto's van collectieve voorzieningen die je tegenkomt op de weg van huis naar school. Zet deze in een collage mbv een app. 
Lever deze in via een bericht in Magister.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectief of particulier
Collectief = door de overheid geregeld
Particulier = door bedrijven en burgers geregeld.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions