Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Zaterdagavond heb ik ........ met de familie.
A
gebowlt
B
gebowled
C
gebowlet
D
gebowld
Slide 3 - Quiz
Het woord 'gebowld' is voltooid deelwoord van 'bowlen'.
Omdat de l geen medeklinker in 't kofschip is, eindigt het voltooid deelwoord op een d.
Slide 4 - Diapositive
Na de zomer moeten de ........ er weer af.
A
vakantiekilo'tjes
B
vakantie kilootjes
C
vakantiekilootjes
D
vakantie kilo'tjes
Slide 5 - Quiz
Het verkleinwoord van 'kilo' is 'kilootje'.
Een samenstelling van Nederlandse woorden schrijf je zonder spaties.
Slide 6 - Diapositive
De hulpverleners staan op goed zichtbare ....... posities of positie's
Slide 7 - Carte mentale
Het meervoud 'posities' krijgt geen apostrof, omdat dit niet nodig is voor de uitspraak.
Slide 8 - Diapositive
Ik stuur je een bericht via ........ .
A
email
B
e-mail
Slide 9 - Quiz
Het woord 'e-mail' schrijf je in het Nederlands met een streepje. De e is een afkorting van 'electronic'. Samenstellingen met afkortingen krijgen een streepje (sms-bericht, hbo-school).