Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
4.2 Koude Oorlog
* tegenstellingen Oost - West
* spanningen tussen Oost - West
* einde van de Koude Oorlog
* Korea
Slide 1 - Diapositive
Welke boodschap heeft de maker van deze prenten?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat is het communisme en wat is het kapitalisme?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
De kenmerken van het kapitalisme en communisme.
Neem dit schema over in je schrift.
Slide 7 - Diapositive
Even oefenen!
Heb jij begrepen welke kenmerken passen bij het communisme en het kapitalisme?
We gaan het even oefenen met een kaartjesopdracht.
Slide 8 - Diapositive
Leerdoel 1 beantwoorden
Lees 'Tegenstelling tussen Oost en West' op blz. 81 van je infoboek. Beantwoord na het lezen ld 1: Ik kan uitleggen hoe en waardoor de tegenstelling tussen Oost en West ontstond.
Slide 9 - Diapositive
4.2 Koude Oorlog
* tegenstellingen Oost - West
* spanningen tussen Oost - West
* einde van de Koude Oorlog
* Korea
Slide 10 - Diapositive
Sovjet Unie
Verenigde Staten
kapitalisme
communisme
kleine overheid
grote overheid
gelijkheid
vrijheid
dictatuur
democratie
wereldrevolutie
bourgeoisie
Slide 11 - Question de remorquage
Antwoord leerdoel 1
Ld1: Ik kan uitleggen hoe en waardoor de tegenstelling tussen Oost en West ontstond.
Hoe? In WOII werd Europa vanuit het oosten bevrijd door de SU en vanuit het westen door de VS. De landen die bevrijd werden bleven onder invloed van hun bevrijder: west onder invloed van het kapitalisme, oost onder invloed van het communisme. Zo ontstond blokvorming, een tegenstelling tussen Oost en West.
Slide 12 - Diapositive
Antwoord leerdoel 1
Ld1: Ik kan uitleggen hoe en waardoor de tegenstelling tussen Oost en West ontstond.
Waardoor? De SU en de VS hadden tegengestelde ideologieën. De SU was communistisch: gelijkheid, een economie gestuurd door de overheid. De VS was kapitalistisch: vrijheid, een economie gestuurd door de markt. Beide landen wilden zo veel mogelijk invloed op de wereld hebben. Duitsland werd na WOII verdeeld in Oost- (DDR) en West-Duitsland (BRD). Ook Berlijn werd verdeeld in oost en west. Com. landen bouwden een 'IJzeren Gordijn' en een Berlijnse Muur (1961) om contact met het westen te voorkomen.
Slide 13 - Diapositive
Verdeling Duitsland
Bundesrepublik Deutschland 1949
Deutsche Demokratische Republik
1949
Slide 14 - Diapositive
Berlijnse Muur
Slide 15 - Carte mentale
Bouw Berlijnse Muur 1961
Berlijn
Tussen 1949 en 1961 vluchtten zo’n 2,6 miljoen Oost-Duitsers naar West- Duitsland. Dit drukte zwaar op de economie van de DDR, vooral omdat er veel hoogopgeleiden vertrokken.
Slide 16 - Diapositive
Bouw Berlijnse muur 1961
Fase 1: prikkeldraad
Slide 17 - Diapositive
Bouw Berlijnse muur 1961
Fase 2
Slide 18 - Diapositive
Bouw Berlijnse muur 1961
Fase 3
Slide 19 - Diapositive
Bouw Berlijnse muur 1961
Fase 4
Slide 20 - Diapositive
Bouw Berlijnse muur 1961
Slide 21 - Diapositive
Berlijnse muur
Slide 22 - Diapositive
Opdracht
We bekijken zo meteen een video van het liedje "Over de muur" van het Klein Orkest. Tijdens het liedje schrijf je op welke kenmerken je hoort van Oost-Berlijn en West-Berlijn.
In West-Europa (armoede na WOII) heerste angst voor een groeiende aanhang van het communisme.
Containment-politiek: VS wilde de groei (expansie) van het communisme tegen te houden met economische en militaire hulp.
Economische hulp: Westerse landen kregen Marshallhulp: De VS gaf miljarden dollars aan westerse landen voor de opbouw van hun economie.
Slide 26 - Diapositive
Groeiende tegenstelling
Marshallhulp: Op de afbeelding zie je het bedrag aan dollars dat de verschillende West- Europese landen kregen.
In de jaren '50 verdween de armoede en het communisme werd kleiner.
Slide 27 - Diapositive
Groeiende tegenstelling
Militaire hulp: In 1949 werd de NAVO opgericht. De SU richtte als tegenhanger het Warschaupact op.
Slide 28 - Diapositive
Leerdoel 2 beantwoorden
Lees 'Groeiende tegenstelling' op blz. 82 van je infoboek. Beantwoord na het lezen ld 2: Ik kan uitleggen waardoor de tegenstelling tussen Oost en West groeide.
Klaar? Maak opdr. 1a, 2c, 3d, 5 WB blz. 101-102
Slide 29 - Diapositive
Antwoord leerdoel 2
Ld1: Ik kan uitleggen waardoor de tegenstelling tussen Oost en West groeide.
De tegenstelling groeide door de containment-politiek van de VS. Zij gaven economische en militaire hulp aan de westerse landen.
Economisch: Marshallhulp: geld om de armoede te bestrijden
Militair: NAVO, zo streden zij samen tegen het communisme.
Slide 30 - Diapositive
4.2 Koude Oorlog
* tegenstellingen Oost - West
* spanningen tussen Oost - West
* einde van de Koude Oorlog
* Korea
Slide 31 - Diapositive
De atoomoorlog
Slide 32 - Carte mentale
Ontspanning en spanning
De atoombom en waterstofbom werden in de Koude Oorlog ingezet als dreigmiddel. De VS startte daarmee.
De SU reageerde.
Hierdoor ontstond een wapenwedloop.
Slide 33 - Diapositive
Verhouding en aantallen atoom- en waterstof bommen VS - SU
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Vidéo
Schuilen in Oss
Slide 36 - Diapositive
4.2 Koude Oorlog
* tegenstellingen Oost - West
* spanningen tussen Oost - West
* einde van de Koude Oorlog
* Korea
Slide 37 - Diapositive
Wat is het doel van de containmentpolitiek?
A
Het kapitalisme indammen
B
Stabiliteit bevorderen
C
Economische groei stimuleren
D
Het communisme indammen
Slide 38 - Quiz
Wat hield de Marshallhulp in?
A
Stabilisatie van politieke situaties
B
Herstel van Europese economieën
C
Oorlog voeren tegen de Sovjetunie
D
Uitbreiden van het Amerikaanse grondgebied
Slide 39 - Quiz
Wat is het doel van de NAVO?
A
Militaire agressie
B
Collectieve verdediging van lidstaten
C
Economische samenwerking
D
Humanitaire hulpverlening
Slide 40 - Quiz
Wat was een gevolg van de oprichting van de NAVO? Er zijn 2 antwoorden goed.
A
Oprichting van het Warschaupact
B
Oprichting van de Europese Unie
C
Versterking van militaire samenwerking
D
Afname van internationale spanningen
Slide 41 - Quiz
Ontspanning en spanning
Terwijl de atoomoorlog voortduurt, nemen de spanningen toe en af.