H6 - §6.5 Energie

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.5
  • instructie §6.5
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.5 Energie
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.5
  • instructie §6.5
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.5 Energie

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk gemaakt?
Als je niet bent ingelogd wil ik nu je huiswerk zien!

Slide 2 - Diapositive

Nakijken §6.4
timer
7:00

Slide 3 - Diapositive

Vragen §6.4

Slide 4 - Diapositive

Terugblik

Slide 5 - Diapositive

Opgave 70

Slide 6 - Diapositive

Opgave 79

Slide 7 - Diapositive

§6.5 - Je leert
  • hoe je berekent hoeveel energie een elektrisch apparaat verbruikt en hoeveel dat kost.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Energie
Hoe kun je de prijs van het opladen
van een elektrische auto eerlijk
vergelijken met het voltanken van
een benzineauto?

Slide 10 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. 
De eenheid van vermogen is watt (W).

Slide 11 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. 
De eenheid van vermogen is watt (W).


                          watt                                   kilo watt
: 1000
x 1000

Slide 12 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten

Een apparaat met meer vermogen (meer Watt) is sterker dan een apparaat met minder vermogen.

Slide 13 - Diapositive

Energiegebruik van elektrische apparaten
Op het typeplaatje van een apparaat staat het vermogen vermeld van het apparaat.

Slide 14 - Diapositive

Energiegebruik berekenen


Waar hangt het Energiegebruik van een apparaat van af?

Slide 15 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Wat kost meer Energie? 
12 minuten stofzuigen of 4 uur tv kijken?

Slide 16 - Diapositive

Wat kost meer Energie?
12 minuten stofzuigen of 4 uur tv kijken?
A
12 minuten stofzuigen
B
4 uur tv kijken
C
beide evenveel
D
kun je niet zeggen

Slide 17 - Quiz

Energiegebruik berekenen
Het Energiegebruik van een apparaat hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat.

energiegebruik = vermogen x tijd

Slide 18 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Het Energiegebruik van een apparaat hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat.


Slide 19 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Voorbeeld: Een stofzuiger heeft een vermogen van 1400 W en wordt op een dag 1,5 uur gebruikt.
Bereken hoeveel kWh de stofzuiger heeft gebruikt.

Gebruik de G,G,F,B,A - methode.

Slide 20 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Gegeven: P = 1400 W = 1,4 kW,      t = 1,5 h
Gevraagd: E in kWH

Formule:  E = P x t

Berekening: E = 1,4 x 1,5 = 2,1 kWh

Antwoord: Het energiegebruik van de stofzuiger is 2,1 kWh

Slide 21 - Diapositive

Energiekosten berekenen
De Energiekosten vind je door de energie te vermenigvuldigen met de prijs van 1 kWh.


Slide 22 - Diapositive

Energiekosten berekenen
Wat zijn de Energiekosten van de stofzuiger uit het voorbeeld?
1 kWh = €0,25

Energiekosten = energie x prijs van één kWh

Energiekosten = 2,1 x €0,25 = €0,53

Slide 23 - Diapositive

Even oefenen!
Bereken de Energiekosten van 4 uur TV kijken.
Vermogen van de TV  is 80 W
1kWh = €0,25

Gebruik de G,G,F,B,A - methode

Slide 24 - Diapositive

Energiegebruik berekenen
Gegeven: P = 80 W = 0,08 kW,      t = 4 h
Gevraagd: E in kWH

Formule:  E = P x t

Berekening: E = 0,08 x 4 = 0,32 kWh

Antwoord: Het energiegebruik van de stofzuiger is 0,32 kWh

Slide 25 - Diapositive

Energiekosten berekenen
Wat zijn de Energiekosten van het TV kijken uit het voorbeeld?
1 kWh = €0,25

Energiekosten = energie x prijs van één kWh

Energiekosten = 0,32 x €0,25 = €0,08

Slide 26 - Diapositive

Even oefenen!
De lampen van het ADO stadion hebben een vermogen van 112 kW en staan gedurende 2,5 uur aan.
Bereken de Energiekosten.
1kWh = €0,25

Slide 27 - Diapositive

Even oefenen!
Gegeven: P = 112 kW,      t = 2,5 h
Gevraagd: Energiekosten in €
Formule:  E = P x t
Berekening: E = 112 x 2,5 = 280 kWh

Energiekosten = E x prijs van één kWh
Energiekosten = 280 x €0,25 = €70,00
Antwoord: De energiekosten van de verlichting is €70,00

Slide 28 - Diapositive

Energie
Hoe kun je de prijs van het opladen
van een elektrische auto eerlijk
vergelijken met het voltanken van
een benzineauto?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les

Lezen §6.5 uit je boek


Maak opgaven: 
- 86 t/m 106

Slide 31 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §6.5 uit je boek

Maak opgaven:
- 86 t/m 106

Zs

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen §6.5 uit je boek

Maak opgaven:
- 86 t/m 106



Zf

Slide 33 - Diapositive

Wat weet je al???

Slide 34 - Diapositive

Hoeveel kW is 430 W?
A
0,43
B
4,3
C
43000
D
430000

Slide 35 - Quiz

Om de Energie te berekenen moet je
het vermogen P in ..... zetten?
A
W
B
kW
C
kWh
D
h

Slide 36 - Quiz

Het symbool voor de eenheid van Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 37 - Quiz

Het symbool voor de grootheid Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 38 - Quiz

Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. De lamp brandt 10 uur.

Wat is het energieverbruik?
A
600 kWh
B
6 kWh
C
0,6 kWh
D
0,06 kWh

Slide 39 - Quiz

Je weet nu .....
  • hoe je berekent hoeveel energie een elektrisch apparaat verbruikt en hoeveel dat kost.

Slide 40 - Diapositive

Ja, dat weet ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage