Burgerschap - Algemeen tekstbegrip | 'Welke feesten vieren moslims?'

Hoe zit dat?
1 / 9
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 9 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe zit dat?

Slide 1 - Diapositive

Ik ken de islamitische feesten Eid al-Fitr en het offerfeest.
Ik kan meer vertellen over deze feesten.
Ik begrijp waarom de naam ‘Suikerfeest’ niet door
iedereen passend wordt gevonden.

Slide 2 - Diapositive

Wat is dit voor tekst, waarom denk je dat?
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst denk je?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Wat valt je op aan de tekst?
Wat weet je er al van?

Slide 3 - Diapositive

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 4 - Diapositive

Woordenschat:
moslims, 
momenten, 
profeet,
andere, 
offerfeest, vastenmaand

Slide 5 - Diapositive

Woordenschat:
bedevaart, 
overal, achter, profeet,
offeren, belofte, uiteindelijk, in ruil daarvoor.

Slide 6 - Diapositive

Tekstgerichte vragen:
Wat is de Arabische naam voor het offerfeest?
Waarom eten moslims een hele maand niets van zonsopgang tot zonsondergang?
Wat is volgens sommige deskundigen een misverstand over de naam Suikerfeest?

Zou je de naam Suikerfeest na het lezen van deze tekst nog gebruiken? Waarom wel/ niet?

In deze tekst komt naar voren dat voor een feestdag zowel het eten, het samenzijn als het achterliggende verhaal belangrijk kunnen zijn. Wat
vind jij vooral belangrijk bij een feestdag?

Slide 7 - Diapositive

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 
Hoe ging het?
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?

Slide 8 - Diapositive

In de volgende les gaan we in groepjes in gesprek!

Slide 9 - Diapositive