Les 3 argumenteren: argumentatieschema's

argumentatieschema's
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

argumentatieschema's

Slide 1 - Diapositive

Welkom lieve mensen
Pak je spullen:

1.Pak je schrift + pen
2.Log in op Lessonup

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat argumentatieschema's zijn.
  • Je weet waarom je argumentatieschema's moet kennen.
  • Je kunt de argumentatieschema's herkennen in een argumentatie.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Welke strookjes horen bij elkaar? 

Tip: je kunt 6 groepen maken.

Wat is de overeenkomst?


Slide 4 - Diapositive

Wat heb je aan argumentatieschema's?
Een argumentatieschema geeft je meer inzicht in de argumentatie.

Als je argumentatieschema's kunt herkennen, kun je iemand betrappen op het onjuist gebruik van deze schema's--> ongeldige argumentatie/ drogredenen

Slide 5 - Diapositive

Het geheel van argumenten en standpunt wordt redenering of argumentatie genoemd.

Het verband tussen argumenten en standpunt noemen we een argumentatieschema.

Die schema's kun je dus tussen het standpunt en het argument zetten (op de plekken van want).

Slide 6 - Diapositive

De argumentatie kan gebaseerd zijn op:.

  • oorzaak en gevolg
  • kenmerk of eigenschap
  • voor- en/of nadelen
  • voorbeelden
  • vergelijking
  • autoriteit

Slide 7 - Diapositive

Een feit of gebeurtenis (oorzaak) leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis (gevolg).

Je beschrijft een keten van gebeurtenissen.

Signaalwoorden: 
daardoor, door, doordat, waardoor, zodat, te danken aan, te wijten aan, het gevolg van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is.
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg (causaliteit)

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden
Saskia zal wel wat contactgestoorde trekjes hebben (standpunt: gevolg). Zij is namelijk door haar moeder op een zo goed als verlaten eiland opgevoed (argument: oorzaak).

Jeroen heeft net de liefde van zijn leven ontmoet (argument: oorzaak), dus hij zal wel dolgelukkig zijn (standpunt: gevolg).

Slide 9 - Diapositive

Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook. Meestal staat dit niet expliciet vermeld (verborgen argument).

Signaalwoorden:
opsomming (ook, bovendien, ten eerste, daarnaast,...) en toelichting (denk hierbij aan, bijvoorbeeld, zo, ....) 
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden
Arjen is niet echt met de milieuproblematiek bezig en hij geeft zijn kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet elke dag vlees.

De auteur gaat ervan uit dat iemand die om het milieu geeft niet elke dag vlees eet. 

Vlees eten is dus kenmerkend voor iemand die niets om het milieu geeft.

Slide 11 - Diapositive

Dictatoriale leiders zijn niet gewend om kritisch bejegend te worden (argument: kenmerk). Geen wonder dat Kim Jong-un veel moeite heeft met kritiek die hij in het buitenland krijgt (standpunt).


Slide 12 - Diapositive

Er worden twee situaties met elkaar vergeleken. Hierna wordt dan een afweging gemaakt (wenselijk of onwenselijk), waarbij de voordelen en de nadelen met elkaar worden vergeleken. Op basis van de uitkomst wordt er een oordeel uitgesproken.

Je beoordeelt iets op basis van wat het oplevert of kost.

Signaalwoorden:
voordeel...nadeel, positief....negatief, vooruitgang...ongunstige ontwikkeling, waarderen...tegenvallen, gunstig beeld.....kwalijke kanten/problemen.

Argumentatie op basis van voor- en/ of nadelen.

Slide 13 - Diapositive

Een tussenjaar nemen is niet altijd verstandig (standpunt)
Als iemand een tussenjaar neemt, is hij misschien wel meer gemotiveerd voor zijn vervolgstudie. Ook is een jaartje uitrusten natuurlijk niet zo gek (voordelen: argumenten voor). Daar staat tegenover dat zo iemand wel helemaal uit zijn studieritme raakt en daar misschien ook nooit meer echt goed in raakt, met alle gevolgen van dien (nadelen: argumenten tegen).

Slide 14 - Diapositive

Een schrijver kan ook alleen argumentatie doen op basis van voordelen: 
Thuiswerken is een waardevolle optie voor werknemers. Thuiswerken biedt verschillende voordelen, zoals de flexibiliteit om je eigen werkuren in te delen en de mogelijkheid om een comfortabele werkomgeving te creëren.

Noemt een schrijver alleen nadelen, dan noem je dat argumentatie op basis van nadelen.

Slide 15 - Diapositive

Een schrijver onderbouwt het standpunt met voorbeelden. De voorbeelden zijn dan vaak de argumenten.

Signaalwoorden: 
bijvoorbeeld, zo, dat komt voor bij, ter illustratie
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 16 - Diapositive

Voorbeelden 
Zijn werkhouding is volgens mij niet zo goed (standpunt). Zo levert hij alle werkstukken altijd te laat in en ook wordt hij regelmatig ziek gemeld (argumenten).

Duurzaamheid is zeer belangrijk voor de toekomst van de aarde (standpunt). Zo heeft het gebruik van bioplastic in plaats van traditioneel plastic geleid tot een aanzienlijke verminderen van de plastic soep in de oceanen.

Slide 17 - Diapositive

Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen. Dan wordt er een overeenkomst geconstateerd. Als het in het ene geval zo is, dan zal het bij het andere geval ook wel zo zijn. 

Signaalwoorden:
net als, zoals, zo ook, evenals, eveneens, eenzelfde, hetzelfde/dezelfde als, in vergelijking met, vergeleken met, soortgelijke, anders dan, verschillend, onderscheid.
Argumentatie op basis van vergelijking

Slide 18 - Diapositive

Voorbeelden
Ik denk dat de halve marathon bij mijn zus wel gemakkelijk zal gaan, want haar vorige run ging ook heel soepel.

Net als op de werkvloer, waar mensen voortdurend in teams samenwerken, is het belangrijk dat leerlingen op school leren hoe je samen doelen bereikt, dus leerlingen zouden vaker in projectgroepen moeten werken op school.


Slide 19 - Diapositive

Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of een gezaghebbende bron, bijvoorbeeld een wetenschappelijk onderzoek.

Signaalwoorden:
denk hierbij aan, dat is (ook) het geval bij, eveneens.
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 20 - Diapositive

Voorbeelden
Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat eveneens in een interview gezegd.

Volgens UNESCO kunnen AI-toepassingen leerlingen wereldwijd helpen om onderwijs op maat te krijgen, mits goed gereguleerd, dus het is verstandig om kunstmatige intelligentie in het onderwijs gecontroleerd toe te laten.

Slide 21 - Diapositive

Oefening
  • Noteer het standpunt en argument(en) in een argumentatiestructuur.
  • Van welk argumentatieschema wordt hier gebruikgemaakt? Zet dit tussen je standpunt en je argument(en).

Slide 22 - Diapositive

Met twee maten
Volgens mij is er gewoon sprake van mishandling als iemand met een stop op zijn hoofd geslagen wordt en daar mogelijk hersenletsel vaan overhoudt, ook als het studenten betreft. Ik begrijp niet zo goed waarom dit in een studentengemeenschap vergoeilijkt kan worden als een uit de hand gelopen grap. Het valt onder het strafrecht met als consequentie op zijn minst een letselschadevergoeding. Als zoiets op straat gebeurt, word je aangehouden door de politie, worden getuigen ondervraagd en mag je uitleggen waar je in vredesnaam mee bezig bent. Hier wordt duidelijk met twee maten gemeten. Laat die arrogante ballen maar voelen wat verantwoordelijk zijn voor je daden betekent.

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
  1. Maak eerst het werkblad.
  2. Ga vervolgens aan de slag met opdracht 14-20 (gele werkboek blz. 104-105)

Slide 24 - Diapositive

Kahoot
argumentatie + signaalwoorden

Slide 25 - Diapositive

En nu oefenen
Opdracht 1
Kwizl: redeneringen/ argumentatieschema's

Slide 26 - Diapositive