Kan je een apparaat wel op een te lage spanning aansluiten?
Slide 9 - Question ouverte
Spanning meet je met een voltmeter.
Slide 10 - Diapositive
U = 4,5 V
Slide 11 - Diapositive
De spanning is ...
A
27 V
B
13,5 V
C
2,7 V
Slide 12 - Quiz
De spanning is ...
A
25 V
B
12,5 V
C
2,5 V
Slide 13 - Quiz
§6.1 opgave 1 t/m 8 en 11
Maken
timer
20:00
Slide 14 - Diapositive
H6: elektriciteit
Ga naar LessonUp
en voer de code in!
Slide 15 - Diapositive
Welkom 2mtB
Zit rustig volgens de plattegrond, pak je boek, doe je jas uit en wacht in stilte tot dat we kunnen beginnen. Wanneer de timer afgaat moet je klaar zijn, zo niet ben je te laat.
timer
3:00
Slide 16 - Diapositive
Startopdracht
Schrijf 3 spanningsbronnen op.
1.........................
2.......................
3........................
timer
3:00
Slide 17 - Diapositive
H6 Elektriciteit
uitleg spanningsbronnen
Starten met de opgaven van §6.1
H6 elektriciteit
Slide 18 - Diapositive
H6 Elektriciteit
Aan het einde van deze paragraaf kan je ...
uitleggen wat een spanningsbron is;
aangeven of een apparaat werkt wanneer je het op een bepaalde spanning aansluit;
de spanning op een voltmeter aflezen.
§6.1 spanningsbronnen
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Wat is stroom?
Stoffen bestaan uit kleine deeltjes,
deze bevatten elektronen.
Door bewegende elektronen kunnen apparaten aan.
Slide 21 - Diapositive
spanning(u)
spanning is hoeveel energie er doorgegeven wordt aan de apparaten. Dit meten we in volt(v)
Batterij heeft 1,5 v dit geeft aan hoeveel spanning een baterij heeft.
Slide 22 - Diapositive
Stroomsterkte
De hoeveelheid lading dat per seconde een
bepaald punt in de
stroomkring passeert.
Spanning in volt
U (V)
stopcontact in NL U = 230 V
Slide 23 - Diapositive
Spanning meet je met een voltmeter.
Slide 24 - Diapositive
De spanning is ...
A
27 V
B
13,5 V
C
2,7 V
Slide 25 - Quiz
De spanning is ...
A
25 V
B
12,5 V
C
2,5 V
Slide 26 - Quiz
Serie en parallel
Slide 27 - Diapositive
Oefening
timer
3:00
Slide 28 - Diapositive
§6.1 opgave 12,13,14,18,19,20
Waar: blz 68
timer
20:00
Slide 29 - Diapositive
H6: elektriciteit
Ga naar LessonUp
en voer de code in!
Slide 30 - Diapositive
Welkom 2mtB
Zit rustig volgens de plattegrond, pak je boek, doe je jas uit en wacht in stilte tot dat we kunnen beginnen. Wanneer de timer afgaat moet je klaar zijn, zo niet ben je telaat.
timer
3:00
Slide 31 - Diapositive
Lesdoelen 6.2
Aan het einde van de les kun je:
1. Uitleggen wat een spanningsbron is met behulp van voorbeelden;
2. Symbool van spanning kunnen vertellen
3.Eenheid van spanning kunnen aangeven
4. Het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Wat is de functie van een spanningsbron?
A
Zorgt voor suiker
B
Levert elektrische energie aan apparaten
Slide 34 - Quiz
Welke van de 6 zijn spanningsbronnen?
Slide 35 - Question ouverte
De symbool voor spanning is..
A
T
B
U
Slide 36 - Quiz
Eenheid van spanning is volt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Vidéo
6.2 stroomkringen
Om een elektrisch apparaat te laten werken sluit je deze met een snoer aan op een spanningsbron.
Er gaat een elektrische stroom lopen.
De elektrische stroom transporteert de elektrische energie naar het apparaat.
Slide 39 - Diapositive
De elektrische stroom loopt van de pluspool naar de minpool van
de spanningsbron.
Het lampje brandt, omdat er stroom doorheen gaat. De elektrische stroom gaat in een kringetje rond. Je zegt: er is een gesloten stroomkring.
6.2 stroomkringen
Slide 40 - Diapositive
Schakelingen tekenen
Schakelschema met symbolen
Om een tekening te maken van een schakeling gebruik je symbolen.
Een eenvoudige tekening van een schakeling noem je een schakelschema.
6.2 stroomkringen
Schakeling
Slide 41 - Diapositive
Uitleg Symbolen
Slide 42 - Diapositive
Met een schakelaar kun je de stroomkring openen of sluiten.
Er zijn drukschakelaars (deurbel)
en aan/uit schakelaars (lamp/tv).
6.2 stroomkringen
Slide 43 - Diapositive
Geleiders en isolatoren.
Voorbeelden van geleiders zijn:
Koper zilver
ijzer lood
Staal zink
Nikkel brons
Goud koolstof
Een geleider is een stof die een elektrische stroom goed doorlaat.
6.2 stroomkringen
Slide 44 - Diapositive
Geleiders en isolatoren.
Voorbeelden van isolatoren zijn:
Hout steen
Plastic kurk
Papier marmer
Glas perspex
Rubber zuiver water
Een isolator is een stof die elektrische stroom niet doorlaat.