Unité 2 apprendre 1 t/m 5 H2 deel A
vertaal in het Nederlands: le stade
A
de spade
B
de stad
C
het stadion
D
het stadium
1 / 21
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
vertaal in het Nederlands: le stade
A
de spade
B
de stad
C
het stadion
D
het stadium
Slide 1 - Quiz
wat is fietsen in het Frans
Slide 2 - Question ouverte
vertaal onvergetelijk
Slide 3 - Question ouverte
bricoler is
Slide 4 - Question ouverte
vertaal zwemmen (hele werkwoord)
Slide 5 - Question ouverte
vertaal de studie
Slide 6 - Question ouverte
ik train =
Slide 7 - Question ouverte
vertaal rennen
Slide 8 - Question ouverte
perdre is?
Slide 9 - Question ouverte
vertaal want (verbindingswoord)
Slide 10 - Question ouverte
deel uitmaken van =
Slide 11 - Question ouverte
de tegenstander
Slide 12 - Question ouverte
beroemd is?
Slide 13 - Question ouverte
zijn schoenen
Slide 14 - Question ouverte
onze ballen (foot)
Slide 15 - Question ouverte
de helm
Slide 16 - Question ouverte
le genou is?
Slide 17 - Question ouverte
vertaal: we zien elkaar
Slide 18 - Question ouverte
vertaal: Marie kan
Slide 19 - Question ouverte
vertaal jij hebt gekund
Slide 20 - Question ouverte
vertaal jij kunt
