§4.6 De inrichting van de openbare ruimte

§4.6 De inrichting van de openbare ruimte
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§4.6 De inrichting van de openbare ruimte

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Herhalen par. 4.4 en 4.5
  • Uitleg §4.6
  • Oefenen
  • Aan de slag met huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Wat is gentrificatie?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
B
Het proces van sanering en nieuwbouw
C
Het proces waarbij mensen uit een hogere sociaaleconomische klasse in een armere wijk komen wonen.
D
Het opknappen van een wijk

Slide 3 - Quiz

Niet in alle wijken zal gentrificatie plaatsvinden.
Noem een woningkenmerk en een locatiekenmerk van wijken die wél geschikt zijn voor gentrificatie

Slide 4 - Question ouverte

1870-1960
1960-1980
1980-nu
Urbanisatie
Suburbansatie
Re-urbanisatie
Creatieve stad
Segregatie
Stedelijke vernieuwing
Herstructurering

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is het belangrijkste verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?

Slide 6 - Question ouverte

Welke bewoners- en woningkenmerken uit het buurtprofiel horen bij deze wijk?
A
relatief veel koopwoningen, goede staat van onderhoud, relatief hoge inkomens,
B
veel sociale huurwoningen, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage eengezinswoningen
C
veel sociale huurwoningen, hoog percentage inwoners met een migratieachtergrond, slechte staat van onderhoud
D
relatief lage inkomens, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage inwoners met een westerse migratieachtergrond

Slide 7 - Quiz

Noteer de woningkenmerken van Saendelft.
Wanneer zijn de woningen gebouwd?
A
Voor 2000
B
Na 2000

Slide 8 - Quiz

Noteer de woningkenmerken van Saendelft.
Vooral
A
Huurwoningen
B
Koopwoningen

Slide 9 - Quiz

Wat is een juiste bewonerskenmerk van de wijk Saendelft?
A
Veel mensen met migratieachtergrond
B
Hoger opgeleid
C
Jonge gezinnen
D
Lager besteedbaar inkomen

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen 4.6
  1. Je kent de definitie van de begrippen van par. 4.6
  2. Je kunt uitleggen wat objectieve en subjectieve veiligheid is.
  3. Je kunt voorbeelden geven om de objectieve en subjectieve veiligheid te verbeteren.
  4. Je kunt bij genomen maatregelen uitleggen hoe de maatregel bijdraagt aan een betere leefbaarheid en sociale veiligheid (oorzaak-gevolgrelatie!).
  5. Je kunt uitleggen hoe de fysieke structuur van een wijk de sociale veiligheid kan beïnvloeden (negatief en positief)
  6. Je kunt maatregelen noemen waarmee het gemeentelijk bestuur de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

De woonomgeving en sociale veiligheid
De leefbaarheid kan verbeterd worden wanneer de sociale veiligheid beter wordt - mate van veiligheid die de samenleving biedt.

  1. Objectieve veiligheid
  2. Subjectieve veiligheid
De (on)veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie geteld is.
het gevoel van (on)veiligheid dat mensen hebben.
Waar kunnen we dan naar kijken?

Slide 13 - Diapositive

'Vorig jaar zijn in de Rosmolenwijk 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid

Slide 15 - Quiz

De beleving van de openbare ruimte, dus ook van de
sociale veiligheid van de woonomgeving, is ten dele
subjectief.

  1. Toegankelijkheid
  2. Onderhoud
  3. Overzichtelijkheid
  4. Toezicht

Slide 16 - Diapositive

Toegankelijkheid
  • Is de ruimte voor iedereen toegankelijk?
  • Is de ruimte tussen bepaalde tijden verboden?
  • Bestemmingsverkeer?
  • Doodlopend, geïsoleerd?

Slide 17 - Diapositive

Bij de opzet van Steigereiland is rekening gehouden met de subjectieve veiligheid van bewoners. Op welke manier is daar rekening mee gehouden?

Slide 18 - Question ouverte

Onderhoud

Slide 19 - Diapositive

Overzichtelijkheid
Bij welke inrichting van de ruimte voel jij je veilig?

Fietspaden met bosjes? Slecht verlichte plekken? Tunnels?
Veilig?

Slide 20 - Diapositive

Toezicht
'Ogen op de straat'  

SOCIALE COHESIE!
Mate van verbondenheid tussen bewoners. Te vergroten door speelplekken, winkels, buurthuizen etc. Ontmoeting staat centraal! Men spreekt elkaar (eerder) aan.
Ogen op de straat?
  • Voordeur op de begane grond
  • Speeltuintjes - kinderen buiten, ouders ook
  • Cruyffcourts - jongeren sporten, geen vandalisme
  • Mix van functies - wonen, werken, recreëren. 
Zolang er mensen op straat zijn, is er meer toezicht.Men voelt zich daardoor veiliger.
Sociale cohesie is ook beter voor elkaar te krijgen in een wijk met veel laagbouw. Staan er veel flats, dan is er meer anonimiteit omdat het grootschalig is. Dat is slecht voor de subjectieve veiligheid.
Ook: buurthuizen, buurtactiviteiten etc.

Slide 21 - Diapositive

Waarbij hoort: het fietspad door het bos wordt opnieuw aangelegd, zonder bochten?
A
Onderhoud
B
Overzichtelijkheid
C
Toezicht

Slide 22 - Quiz

Om van een probleemwijk een prachtwijk te maken, moet aandacht worden besteed aan de veiligheid in de openbare ruimte. Geef 2 voorbeelden van maatregelen die de gemeente in de openbare ruimte kan nemen om deze veiliger te maken.

Slide 23 - Question ouverte

Je hebt in een wijk twee delen: een deel met flats en een deel met rijtjeshuizen.
In welk deel zal de subjectieve veiligheid groter zijn? Beargumenteer je keuze.

Slide 24 - Question ouverte

In wijken worden verschillende maatregelen genomen waarmee men de leefbaarheid hoopt te verbeteren.
Geef bij onderstaande maatregel een redenering hoe men met deze maatregel de leefbaarheid in de wijk kan verbeteren: de aanleg van een Cruyff-Court.

Slide 25 - Question ouverte

Wanneer neemt de sociale cohesie toe?
A
Bij veel verhuizingen
B
Bij buurtactiviteiten
C
Bij de bouw van een buurthuis
D
De afwezigheid van een park

Slide 26 - Quiz

De vestiging van een groot aantal studenten in Leiden heeft invloed op de sociale cohesie in de stad. Beredeneer waarom de vestiging van een groot aantal studenten zowel een positieve als een negatieve invloed kan hebben op de sociale cohesie in Leiden.

Slide 27 - Question ouverte

Waarom vergroot een 'mix van functies' in een wijk de (subjectieve) veiligheid in een buurt?

Slide 28 - Question ouverte

Aan de slag!
Aan de slag met §4.6 opdracht 1 t/m 6

Slide 29 - Diapositive