57. TAAL ACTIE Blok 7, week 3 Les 11a tijd

Welke woorden hebben met tijd te maken?
1 / 16
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden hebben met tijd te maken?

Slide 1 - Carte mentale

lesdoel
Ik leer twaalf woorden die met tijd te maken hebben.

Slide 2 - Diapositive

aanstonds






zo meteen


We gaan aanstonds aan tafel, want het eten is bijna klaar.

Slide 3 - Diapositive

continu






de hele tijd door.


De meisjes zitten continu te giechelen.

Slide 4 - Diapositive

door de jaren heen








wat er de afgelopen tijd is gebeurd

Door de jaren heen is er veel veranderd in de luchtvaart.

Slide 5 - Diapositive

gedurende









tijdens.

Gedurende de wintermaanden is het openlucht zwembad gesloten.

Slide 6 - Diapositive

geleidelijk










als iets langzaam gebeurt.



Geleidelijk aan is hij grijs geworden.

Slide 7 - Diapositive

langzamerhand











wat langzaam maar zeker gebeurt




Naar de zomer toe wordt het langzamerhand langer licht.

Slide 8 - Diapositive

ogenblikkelijk












nu meteen.




Ga ogenblikkelijk de klas uit.

Slide 9 - Diapositive

sindsdien













vanaf dat moment.



Joris heeft een andere baan gevonden en sindsdien is hij veel vrolijker.

Slide 10 - Diapositive

tegenwoordig














(van) deze tijd.




Tegenwoordig  heeft bijna iedereen een smartphone.

Slide 11 - Diapositive

vandaag de dag
















nu, op dit moment.




Vandaag de dag gaan veel jonge mensen eerst samenwonen voor ze gaan trouwen.

Slide 12 - Diapositive

weldra

















binnenkort.





Weldra begint de zomervakantie.

Slide 13 - Diapositive

zeeën van tijd


















alle tijd




We hoeven ons niet te haasten want wij hebben nog zeeën van tijd.

Slide 14 - Diapositive

taal
Thema 7
Week 3
Les 11A
Opgave 1C

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien