Unité 4: tekst 'tu habites où?' - weg wijzen - 'aller' - ne ... pas

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vervoeg
één regelmatige werkwoord op -er
van het stencil.

Noteer het rijtje in het Frans
met de Nederlandse vertaling erachter!

Wat valt je op? ...

LES PRÉPOSITIONS 

(voorzetsels)

Combineer het juiste voorzetsel met het juiste plaatje

sur

devant

derrière

à côté de

sous

dans

Combineer het juiste voorzetsel met de juiste vertaling

sur

devant

derrière

à côté de

sous

dans

voor

in

naast

op

achter

onder

PETIT EXERCICE :-)

PETIT EXERCICE :-)

Hoe gaan we te werk?

1. Er verschijnt een zin in het beeld met een voorzetsel.

2. Voer een 'eenmansactie':

     - wél uit én geef bevestigend antwoord;

     - niet uit en geef ontkennend antwoord.

3. Voer een actie waarbij meerdere klasgenoten betrokken zijn altijd uit! :-)

Merlin, tu es sur la table?!

Regardez-vous, vous êtes sous la table! 

Regardons-nous, nous sommes sur les chaises.

Regarde Stella, elle est dans le couloir?!

Regarde Tobias, il est sur l'escalier?!

Regardons-nous, on est à côté de la porte d'entrée.

Regardez-vous, vous êtes sur les tables!

Regarde Jilles et Jelle, ils sont sous mon bureau!

Lisa, tu es derrière Bruno?!

Floris, tu es devant la fenêtre?!

Regarde Job, il est sur Jannick?!

Regarde Diya et Sofya, elles sont cachées (= verstopt) dans leur manteaux. 

Regarde madame Den Hengst, elle est sous sa chaise?!

Regarde Evi, elle est à côté de Cas?!

Qui habite où?

00:16

Wat voor soort woning wordt hier omschreven?

00:24

Wat is een ander woord voor 'pièces'?

00:39

Wat gaat madame Le Grand doen?

00:56

Wie zijn er in de keuken?

01:52

Noem drie kamers die zich op de tweede etage bevinden.

Omschrijf het huis van Magali