dieetleer les 6

dieetleer les 6
MSUD – Maple Syrup Urine Disease
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

dieetleer les 6
MSUD – Maple Syrup Urine Disease

Slide 1 - Diapositive

Wat zou er gebeuren als iemand met MSUD normale voeding eet?
A
Geen gevolgen
B
Ernstige gezondheidsproblemen
C
Verminderde groei
D
Verstoorde spijsvertering

Slide 2 - Quiz

Wat betekent MSUD?
A
Milde Slechte Uitscheiding van Darmen
B
Maple Syrup Urine Disease
C
Multi-Systeem Uitscheiding van Darmen
D
Medische Symptomen van Uitscheiding

Slide 3 - Quiz

Stoornis in aminozuurmetabolisme
Een zeldzame, erfelijke stofwisselingsziekte waarbij het lichaam bepaalde aminozuren (de zogeheten BCAA’s: leucine, isoleucine en valine) niet goed kan afbreken. 
Dit komt door een defect in het enzymcomplex BCKD (branched-chain alpha-keto acid dehydrogenase).

Slide 4 - Diapositive

Is de geur van urine bij MSUD herkenbaar?
A
Soms, maar niet altijd
B
Nee, het is niet herkenbaar
C
Ja, het is herkenbaar
D
Alleen bij volwassenen

Slide 5 - Quiz

Wat voor geur heeft de urine bij MSUD?
A
Zoete, esdoornachtige geur
B
Zure geur
C
Kruidige geur
D
Aardse geur

Slide 6 - Quiz

Veroorzaakt door:
mutaties in één van de volgende genen:
BCKDHA (chromosoom 19)
BCKDHB (chromosoom 6)
DBT (chromosoom 1)

Slide 7 - Diapositive

Hoe wordt de ziekte overgedragen?
A
Autosomaal dominant
B
Y-gebonden
C
Autosomaal recessief
D
X-gebonden

Slide 8 - Quiz

Wat typeert autosomaal recessieve ziekten?
A
Geen genetische overdracht
B
Slechts één ouder is drager
C
Beide ouders moeten defect gen geven
D
Ziekte manifesteert zich bij één ouder

Slide 9 - Quiz

Symptomen

Slide 10 - Diapositive

Wel
braken
energierijk
alert
slaperig
grote eetlust
epileptie
geurende oorsmeer

Slide 11 - Question de remorquage

Welke test wordt vaak gebruikt om MSUD te diagnosticeren?
A
Urineanalyse
B
Röntgenfoto van de hersenen
C
Huidbiopsie
D
Bloedafname

Slide 12 - Quiz

Behandeling
MSUD is niet te genezen, maar wel goed te behandelen:

 

Strikt eiwitarm dieet met beperking van BCAA’s
Medische voeding en aminozuursupplementen zonder BCAA’s
Regelmatige bloedcontroles om aminozuurniveaus te monitoren
Bij ziekte of stress is extra zorg nodig om katabolisme te voorkomen
In sommige gevallen wordt ook een levertransplantatie overwogen

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel mensen in NL hebben MSUD?
A
Meer dan 500 mensen
B
Ongeveer 100 mensen
C
Minder dan 50 mensen
D
Rond de 150 mensen

Slide 14 - Quiz

Zo weinig, waarom dan interessant?
stel jij zou die ene patiënt zijn...
is het dan nog steeds interessant?


Slide 15 - Diapositive

Wat is het gevolg van deze ophoping?
A
Spiergroei
B
Hersenoedeem en neurologische schade
C
Verbeterde leervermogen
D
Verhoogde energieproductie

Slide 16 - Quiz

Welke voedingsmiddelen bevatten weinig BCAA's?
A
Groene groenten
B
Eiwitshakes
C
Eiwitrijke zuivelproducten
D
Kipfilet

Slide 17 - Quiz

Welke van onderstaande kan een patiënt het beste eten?
A
Fruit
B
Vis
C
Rundvlees
D
Eieren

Slide 18 - Quiz

Welke noten zijn het minst rijk aan BCAA's?
A
Amandelen
B
Pinda's
C
Cashewnoten
D
Walnoten

Slide 19 - Quiz

Jij als verpleegkundige....

waarom wil je stress en ziekte vermijden bij deze groep patiënten?

Slide 20 - Diapositive

Voorkomen ...
A
Om katabolisme te voorkomen
B
Dat patiënt te weinig energie heeft
C
Om hartfunctie te behouden
D
Om gewichtstoename te bevorderen

Slide 21 - Quiz

Voorkomen van katabolisme
Katabolisme is het proces waarbij het lichaam eigen weefsels (zoals spiermassa) afbreekt om energie vrij te maken. Hierbij komen onder andere aminozuren vrij, waaronder de BCAA’s (leucine, isoleucine, valine).

Slide 22 - Diapositive

Waarom versterkt stress dit proces?
1. Verhoogde cortisolproductie  --> stresshormoon cortisol stimuleert de afbraak van eiwitten in spieren om glucose en energie vrij te maken.

2. Toename van endogene BCAA’s --> Bij deze afbraak komen grote hoeveelheden BCAA’s vrij in het bloed --> stapelen ze zich op.

3. Risico op metabole decompensatie --> toxisch effect op de hersenen (leiden tot coma of zelfs overlijden)

4. Verhoogde energiebehoefte --> Het lichaam heeft meer energie nodig tijdens stress, daarom is snelle toediening van glucose-infuus of vetrijke voeding cruciaal



Slide 23 - Diapositive

Op welke chromosomen zit mogelijk het defect?
A
Chromosoom 1, 6, 19
B
Chromosoom 2, 7, 20
C
Chromosoom 3, 6, 8
D
Chromosoom 2, 9, 18

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive