Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 3 Waarnemen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen 3.1 - Zintuigen en prikkels
- Kun je de zintuigen in je lichaam benoemen en uitleggen welke prikkel ieder zintuig opvangt?
- Kun je uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert?
- Kun je uitleggen hoe impulsen van zintuigen en hersenen door je lichaam gaan?
Havo:
- Kun je uitleggen hoe de hersenen impulsen van zintuigen verwerken?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Welke zintuigen heb je?
Lichtzintuig in je oog, gezichtszintuig
Gehoorzintuig in je oor
Reukzintuig in je neus
Smaakzintuig in je tong
Warmte-, koude-, pijn, en tastzintuigen in je huid.
Slide 4 - Diapositive
Lichtzintuig
In je oog zit het lichtzintuig (of gezichtszintuig).
Deze vangt licht op waardoor je kunt zien.
Slide 5 - Diapositive
Gehoorzintuig
In je oor zit het gehoorzintuig.
Deze vangt geluid op waardoor je kunt horen.
Slide 6 - Diapositive
Smaakzintuig
In je mond zitten smaakzintuigen.
Deze vangen smaakstoffen op waardoor je kunt proeven.
Slide 7 - Diapositive
Geurzintuig
In je neus zit het reukzintuig.
Deze vangt geurstoffen op waardoor je kunt ruiken.
Slide 8 - Diapositive
Tastzintuig
In je huid zit het tastzintuig.
Hiermee kun je voelen wat de vorm is; of het zacht of hard is; of het plakkerig is; enz.
Slide 9 - Diapositive
Warmtezintuig
In je huid zit ook het warmtezintuig.
Hiermee kun je voelen of het/iets warm is.
Slide 10 - Diapositive
Koudezintuig
In je huid zit ook het koudezintuig.
Hiermee kun je voelen of het/iets koud is.
Slide 11 - Diapositive
Pijnzintuig
In je huid zit ook het pijnzintuig.
Hiermee kun je voelen of het/iets pijn doet.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Je zintuigen vangen prikkels op.
Slide 14 - Diapositive
Welke zintuigen in de huid worden in het volgende filmpje geprikkeld?
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
De zintuigen sturen signalen naar de hersenen.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Zenuwstelsel
Bestaat uit:
- Zenuwen
- Ruggenmerg
- Hersenen
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Hoe reageert je lichaam op een prikkel?
Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
Impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen.
Daar word je je bewust van je waarnemingen.
Je hersenen bepalen hoe ze op de prikkel reageren.
Via zenuwen sturen je hersenen impulsen naar je lichaam.
Je lichaam reageert.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Slide 26 - Vidéo
Slide 27 - Vidéo
Slide 28 - Vidéo
Aan de slag
1. Maak deze LessonUp (vragen) die klaarstaat in de klasLessonUp.
2. Maak de werkboekopdrachten paragraaf 3.1 , kijk ook na (via de studiewijzer nakijkmodel)
Slide 29 - Diapositive
Wat is de functie van een zintuig?
A
Een zintuig neemt prikkels waar.
B
Een zintuig zet prikkels om in berichten voor de hersenen.
C
Een zintuig geeft berichten door aan de hersenen.
D
Een zintuig neemt berichten waar.
Slide 30 - Quiz
Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel
Slide 31 - Question de remorquage
Wat is een prikkel?
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen
Slide 32 - Quiz
Tekst
licht zintuig
gehoor zintuig
reuk zintuig
tast zintuig
smaak zintuig
Slide 33 - Question de remorquage
Welk woorden horen bij welk zintuig?
Het zicht
De tastzin
De reuk
voelen
zien
ogen
neus
ruiken
handen
Slide 34 - Question de remorquage
Je hebt verschillende zintuigen. Bij welk orgaan hoort het gezichtszintuig?
A
mond
B
neus
C
oog
D
oor
Slide 35 - Quiz
Wat is GEEN zintuig in je huid?
A
Warmte zintuig
B
Voelzintuig
C
Tastzintuig
D
Drukzintuig
Slide 36 - Quiz
Wat is een impuls?
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen
Slide 37 - Quiz
Geef de juiste volgorde.
A
Prikkel-zintuig-hersenen-reactie
B
Gedrag-hersenen-prikkel
C
Prikkel- zintuig- reactie-hersenen
D
Zintuig-reactie-prikkel
Slide 38 - Quiz
In welk deel van je lijf beslis je wat je gaat doen nadat je een prikkel hebt ontvangen?
Slide 39 - Question ouverte
Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
licht
kou
dorst
geur
geluid
honger
spierpijn
hormonen
Slide 40 - Question de remorquage
Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen
Slide 41 - Quiz
Annette pakt haar pen op. Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quiz
Een zintuig reageert op invloeden vanuit de omgeving. Hoe noemen we zo'n invloed ook wel?
A
Waarnemen
B
Pijnpunt
C
Prikkel
D
Impuls
Slide 43 - Quiz
Julian zit in de bioscoop en heeft net een bak popcorn gekocht. Tijdens de film begint hij van de popcorn te eten. Hij proeft zoet en zout tegelijk. Welke zintuigen heeft Julian allemaal gebruikt in die korte tijd dat hij in de bioscoop is?
A
licht-, gehoor-, smaak- en reukzintuig
B
licht-, gehoor-, smaak-, reuk- en tastzintuig
C
licht-, gehoor- en smaakzintuig
D
licht-, gehoor-, smaak- en tastzintuig
Slide 44 - Quiz
Wanneer wordt je bewust van een prikkel?
A
wanneer de prikkel wordt opgevangen door een zintuig