§3.1




Welkom
bij
economie



1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon




Welkom
bij
economie



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Terugblik vorige les
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg §3.1
  • Aan de slag
  • Uitleg indexcijfers
  • Aan de slag
  • Bespreken
  • Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3

Welke 2 oorzaken van inflatie zijn er?



  • Bestedingsinflatie --> mensen geven meer uit, er komt meer vraag, aanbod is gelijkgebleven en dus stijgen de prijzen.
  • Kosteninflatie --> kosten stijgen, bedrijven verhogen de prijzen 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3
Wat is koopkracht?



  • De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3
Je inkomen blijft gelijk, terwijl de prijzen met 2% stijgen. Wat is het gevolg voor je koopkracht?



  • De koopkracht zal dalen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3
Formule voor het rekenen met indexcijfers is...

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3
Formule voor het rekenen met indexcijfers is...

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3
Formule voor het indexcijfer van de koopkracht (reëelindexcijfer) is..

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §2.3
Formule voor het indexcijfer van de koopkracht (reëelindexcijfer) is..

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen §3.1
Aan het einde van deze les ...
... weet je dat mensen gedurende hun leven allerlei financiële beslissingen nemen
... weet je welke redenen mensen hebben om te sparen.
... weet je wat rente is en hoe je er mee rekent. 
... weet je hoe je rekent met rente op rente.
... weet je dat de reële rente wordt bepaald door de inflatie.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensloop
Je levens bestaat uit verschillend levensfases. De fases achter elkaar noemen we de levensloop

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensfase

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom sparen mensen?
  • Voor een doel
  • Uit voorzorg
  • Voor de rente

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deposito
In 1x een storting
  • Vaste rente
  • Vaste looptijd
  • Geen tussentijdse opnames mogelijk
  • Minimumstorting

  • Spaardeposito / termijndeposito

Slide 15 - Diapositive

Spaardeposito: van 1 - 10 jaar
Termijndeposito: van 1 - 12 maanden
Rekenen met enkelvoudige rente
  • Vergoeding van de bank, omdat iemand anders jouw geld kan lenen. 

Slide 16 - Diapositive

Spaardeposito: van 1 - 10 jaar
Termijndeposito: van 1 - 12 maanden
Aan de slag
Maak opgave 2, 4, 6, 7 en 8

Je hebt hiervoor de tijd tot 

Klaar?
Lees de informatie op blz. 78 en 79 door en werk verder

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen met samengestelde rente

Slide 18 - Diapositive

Spaardeposito: van 1 - 10 jaar
Termijndeposito: van 1 - 12 maanden
Rekenen met samengestelderente

Slide 19 - Diapositive

Spaardeposito: van 1 - 10 jaar
Termijndeposito: van 1 - 12 maanden
Spaarvormen
  • Spaarrekening, geld is vrij opneembaar, variabele rente.          --> vaak samengestelde rente
  • Spaardeposito, geld staat voor langere tijd vast, vaste rente. --> enkelvoudige rente
Belangrijk!
  • Staat er niets bij, dan is de rente altijd per jaar.
  • Staat er niets bij, dan gebruik je samengestelde rente*

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koopkracht en rente
Koopkracht: de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen. 
Wat gebeurt er met je koopkracht?
rente-->
rente neemt toe
Inflatie ->
Prijzen stijgen
rente= 
hoger dan inflatie
Inflatie = 
hoger dan rente

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koopkracht en rente

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak opgave 2, 4, 6, 7 en 8, 12, 13, 14 en 15
 

Klaar?
Maak rekenopgave 3 en 4 van hoofdstuk 2

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



2-toets §2.3 + hoofdstuk 3 en basisrekenvaardigheid (h1)

Woensdag 9 april

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions