V3 revision grammar U4+gerund

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

V3 revision  U4+gerund

Grammar

Welke tijd gebruik je om iets te zeggen over dingen die kort geleden zijn gebeurd?

Welke tijd gebruik je om te praten over dingen die in het verleden zijn gebeurd en geëindigd?

Welke tijd gebruik je om iets te zeggen over iets dat in het verleden is gebeurd maar je weet niet precies wanneer.

Welke tijd gebruik je om iets te zeggen over iets dat in het verleden is gebeurd vóór een ander moment in het verleden.

Welke tijd gebruik je om iets te zeggen over iets dat in het verleden is begonnen en nu nog voortduurt.

Vul de juiste tijd in
A new airport ____ (open) in 2021...

Vul de juiste tijd in.
Over the past decades, the volcano ___ (not - be) active.

Vul de juiste tijd in.
However, that _____ (come) to an end in July, 2023.

Vul de juiste tijd in
In that year, after the volcano ___ (lay) dormant for a long time, it erupted.

Wat past in de zin?
I'm sure I saw ___ on the beach last night.

1. someone
2. anyone
3. somebody
4. anybody

Wat past in de zin?
Do you have ___ plans for this afternoon?

1. some
2. any

Wat past in de zin?
Can I have ___ water, please?

1. some
2. any

Wat past in de zin?
I've never been ___ interesting in my life.

1. somewhere
2. anywhere

Change the direct speech into indirect speech
The students: "We are studying."

Change the direct speech into indirect speech
Jody: "I dreamed about a new house in Spain."

Change the direct speech into indirect speech
Paul: "I know that guy."

Change the direct speech into indirect speech
Peter: "Has anyone seen my phone?"

De gerund is __

1. de ing-vorm
2. het hele werkwoord met to

De infinitive is ___

1. de ing-vorm
2. het hele werkwoord met to

gerund / infinitive
I'm looking forward to ___ (hear) from you.

gerund / infinitive
We would really love ___ (watch) a movie tonight.

gerund / infinitive
I remember ___ (dream) of a tropical island.

gerund / infinitive
Please remember ___ (buy) bread at the store.

gerund / infinitive
Suzy promised ___ (visit) her grandmother today.

Ik ken de grammatica regels van
Unit 4 + gerund.

1. ja
2. nee
3. een beetje

Ik kan de grammatica op de juiste manier toepassen.

1. ja
2. nee
3. een beetje