6.1 Woonplaats en werkplaats

6.1 Woonplaats en werkplaats
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Lesdoelen
Uitleg 6.1
Lesdoelen controleren

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond.
  • hoe de economie zich ontwikkelde
  • hoe ambachtslieden samenwerkten
  • hoe handelssteden samenwerkten

kenmerkend aspect: de opkomst van handel en het ontstaan van steden.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen:
  • Hoe in Europa weer een landbouw-stedelijke samenleving ontstond 
  • Op welke manier de nijverheid was georganiseerd
  • Hoe de internationale handel groeide

Slide 4 - Diapositive

In de vroege middeleeuwen was er een landbouwstedelijke samenleving in Europa
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

platteland en stad:
voor de tijd van steden en staten:
  •  hofstelsel
  • landbouwsamenleving: grootste deel van de bevolking was (horige) boer.

Slide 6 - Diapositive

Platteland en stad
  • In Europa leefden mensen van de landbouw 
  • Om meer grond te kunnen gebruiken werd er land ontgonnen (grond vrijmaken)
  • Gevolg: meer landbouw mogelijk dus betere landbouwtechnieken uitgevonden
  • Gevolg: meer voedsel, dus groei van bevolking
  • Door bevolkingsgroei ontstond nijverheid
  • Gevolg: handel kwam terug en steden groeiden (landbouwstedelijke-samenleving)

Slide 7 - Diapositive

Leg uit hoe in Europa de landbouwstedelijke samenleving ontstond

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Geldeconomie
  • Door de opkomst van markten ontstond er vraag en aanbod
  • Handelaren verdienden geld door het maken van winst
  • Elk gebied had een eigen munt, dus waren er geldwisselaars nodig
  • Gevolg: geldbanken ontstaan
  • Er ontstonden bankkantoren om geld te kunnen bewaren tegen rentes
  • De kerk keurde rentes af, dus voornamelijk joodse bankiers

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Gilde
  • Nijverheid zorgde voor ontstaan meerdere beroepen
  • Als ambachtsman moest je lid zijn van een gilde 
  • Een vereniging van mensen met hetzelfde beroep die opkwamen voor hun belangen
  • Ook zorgden gildes voor een opleiding

Slide 16 - Diapositive

Wat doet een Gilde?
  • Samenwerken om op te komen voor de belangen van de eigen groep.
  • bepalen van werktijden.
  • bepalen van prijzen.
  • controleren van de kwaliteit van producten.
  • Beroepsopleiding, je mag pas na een meesterproef zelf een bedrijf starten.

Slide 17 - Diapositive

Wat doet een Gilde?
  •  Zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen   van gestorven meesters.
  • Organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.

Slide 18 - Diapositive

Wat is onjuist over de gilde?
A
De gilde betaalde de begrafenis voor familie van leden
B
In een gilde mochten vrouwen in dienst zijn
C
De gilde zorgden voor een beroepsopleiding
D
Gilden organiseerden feesten

Slide 19 - Quiz

Hanze
  • Er werd steeds meer gehandeld in producten uit en met andere gebieden
  • Gevolg: handelssteden gingen samenwerken in een verbond: Hanze
  • Een Hanzestad had kantoren in andere steden en vroegen geen tol van elkaar
  • Handelaren werden beschermt en samen bestreden zij piraten
  • Handelsproducten: bont, vis, graan, bier, textiel en zout
  • Nederlandse Hanzesteden: Deventer, Zutphen, Zwolle, Kampen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Waar of niet waar?
Hanzesteden concurreerden onderling met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat is een oorzaak van de opkomst van steden?
A
Daling bevolking
B
Opkomst handel
C
Geen romeinen meer
D
geen horigen meer

Slide 23 - Quiz

Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute

Slide 24 - Quiz

Waar
Niet waar
Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep.
Ambachtslieden werkten samen in gilden.
Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht. 
Niet alle ambachten hadden een eigen gilde.

Slide 25 - Question de remorquage

Wat betekent 'rente'?
A
geld dat je leent
B
geld dat je betaalt voor het lenen van geld
C
groei van geld

Slide 26 - Quiz