Woordvolgorde 3-12

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome!

1. Zorg dat je schrift klaar ligt 
   
2.  Log in op www.lessonup.app

Today

Doel van de les:

Aan het eind van de les weet je hoe de woordvolgorde er in het Engels uitziet

Wat gaan we doen:

* instructie woordvolgorde (gezamelijk)

* practise (zelfstandig)

* woordvolgorde game (gezamelijk)

Woordvolgorde (word order) 

• Op zaterdag koop ik bij de bakker een brood.
• Ik koop op zaterdag bij de bakker een brood. 
• Bij de bakker koop ik op zaterdag een brood.

Woordvolgorde (word order) 

• wie
• doet
• wat 
• waar
• wanneer

Woordvolgorde (word order) 

• wie              -          personen / dieren / dingen
• doet            -          werkwoord
• wat              -          wat wordt er gedaan?
• waar            -          plaats / plek
• wanneer    -         tijd / datum / jaartal

Woordvolgorde (word order) 

WIE   DOET   WAT   WAAR   WANNEER

-Lisa doet op zaterdag boodschappen bij de  supermarkt. 

Zet in de goede volgorde:

to bed Max wears his shirt every night

1. to bed Max wears his shirt every night.
2. Max wears his shirt to bed every night.
3. his shirt wears max to every night to bed.
4. Max wears his shirt every night to bed.

Zet in de goede volgorde:

like they to go on Saturday to the city.

1. Like they to go on Saturday to the city.
2. In the city they like to go on Saturday.
3. They like to go on Saturday to the city.
4. They like to go to the city on Saturday.

Ik weet nu hoe de woordvolgorde er in het Engels uit ziet

1. Ja, uit mijn hoofd
2. Nee, geen idee
3. Ja, met boek/ aantekeningen erbij

See you next time!