NBVROUWELIJKE SCHEIDSRECHTER

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7,8

Lesdoel les 1

Om een tekst goed te begrijpen moet ik de betekenis van de woorden kennen.

Ik leer de betekenis van 10 woorden.

We gaan lezen

Onderstreep de woorden in de tekst die je niet snapt of kent.

Iedereen moet meerdere woorden onderstreept hebben!

Welke woorden heb jij onderstreept?

Juf geeft beurten.

Je hoeft geen vinger op te steken of te gillen.

iets heel belangrijks doen, wat mensen zich later nog zullen herinneren

iemand die werkt zonder ervoor betaald te krijgen

overhalen om ergens te komen werken (of lid te worden)

vertellen wat er moet gebeuren

de eerste keer dat iemand iets doet

 iemand die de ander helpt bij zijn of haar werk

de geschiedenis

de wedstrijd

de kleding die bij een beroep of sport hoort

blij zijn met wat je hebt

aan het werk

Stil werken het stoplicht staat op rood.

Weet je nog: woorden

• het tenue
  
• de historie
  
• de vrijwilliger
  
• het debuut
  

lesdoel 2

Lesdoel: Ik kan het wie, wat, waar, waarom, welke en wanneer schema invullen over de twee teksten.

school.nieuwsbegrip.nl

We gaan lezen

Let goed op want ik geef leesbeurten.

aan het werk

Om alle vragen te beantwoorden moet je de tekst weer lezen.

lesdoel 3

Ik snap de tekst goed en daardoor kan ik vragen beantwoorden over de tekst waarbij ik dieper na moet denken. 

Ik kan mijn antwoord in mooie zinnen en in mijn eigen woorden opschrijven.

Inleiding tekst 1

Wat betekent geschiedenis schrijven in regel 1?

1

Waarnaar verwijst het woord dat in regel 3?

2

Wat was er zo bijzonder aan de voetbalwedstrijd van vrijdagavond?

1

Wat wordt bedoelt met dat in regel 10?

2

Waar was Shona blij om?

3

Let op het woord maar in regel 14. Dat geeft een tegenstelling aan.

1

Let op het woord dus in regel 15. Dit woord geeft een conclusie aan.In de zin wordt nog eens duidelijk gezegd hoe het zit.

2

Waarnaar verwijst het woord hier in regel 29.

1

Wat was de droom van Shona?

2

Wat voor actie is er ook in de week van de scheidsrechter?

1

Waarnaar verwijst het woordje dat  in regel 13?

1

Wat vindt Sterre ervan om scheidsrechter te zijn?

1

Aan het werk