3.7 Grammatica (les 1)

Oefenen met woordsoorten
De volgende woordsoorten komen in deze Lessonup aan bod:
- Lidwoord
- Zelfstandig naamwoord
- Bijvoeglijk naamwoord
- Voorzetsel
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met woordsoorten
De volgende woordsoorten komen in deze Lessonup aan bod:
- Lidwoord
- Zelfstandig naamwoord
- Bijvoeglijk naamwoord
- Voorzetsel

Slide 1 - Diapositive


Kies de juiste woordsoort.
Je moet nooit Cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 2 - Quiz

Leg uit wat een zelfstandig naamwoord is.

Slide 3 - Question ouverte


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Onbepaald lidwoord (olw)

Slide 4 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan er in onderstaande zin?
Ons nieuwe huis is mooi en groot.

Slide 5 - Question ouverte

Leg uit wat een werkwoord is.

Slide 6 - Question ouverte


Ik zoek de betekenis van het woord straks even op
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden (door een komma gescheiden).
Van oude boterhammen kun
je heerlijke wentelteefjes maken.

Slide 9 - Question ouverte


Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
 een bijzondere vondst gedaan 
 in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
C
Lidwoord
D
Voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Leg uit wat een bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 11 - Question ouverte

Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Lidwoord
Voorzetsel
Koppel de woorden van de volgende zin aan de juiste woordsoorten:
lag
een
'Naast
de
oude
kast
boek
onder
het
raam.'

Slide 12 - Question de remorquage

Noem zoveel mogelijk voorzetsels.

Slide 13 - Carte mentale

Jullie zijn toppers, succes met de toets en gebruik je woordsoortenstencil!

Slide 14 - Diapositive