6.2 Voedselrelaties

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Goedemorgen!

Vandaag:

* Wat weten we nog?

* Lezen en huiswerkcontrole

* Uitleg basisstof 6.2 

* Werkblad voedselrelaties

Schrijf op je wisbordje:

1 voorbeeld van een biotische factor

Schrijf op je wisbordje:

Wat is een individu?

A. een groep organismen van dezelfde soort

B. één levend wezen

Schrijf op je wisbordje:

De hoeveelheid water in een gebied is een voorbeeld van:

A. Een abiotische factor

B. Een biotische factor

Lezen basisstof 6.2 Voedselrelaties

Begin met lezen van basisstof 6.2 op:

bladzijde 195

Leerdoelen 6.2

1. Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken

2. Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden

3. Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet biologisch afbreekbaar afval onderscheiden

Recyclen in de natuur

Als een organismen wordt opgegeten, komen de stoffen terecht in een ander organisme. In een ecosysteem doorloopt elke stof een kringloop.

Voedselketen

Voedselketen

In een voedselketen zit een planteneter en een vleeseter.

Een voedselketen is een reeks 

soorten waarbij elke soort voedsel

is voor de volgende soort.

* Pijl= wordt opgegeten door

* Een voedselketen begint 

   altijd met een plant!

Relaties

Merels eten regenwormen. De relatie die de merel en regenworm hebben noem je een voedselrelatie.

Verschillende voedselrelaties in 1 gebied

Voedselweb

Voedselweb

In een ecosysteem is er nooit maar één voedselketen.

Alle voedselrelaties in een 

ecosysteem samen noem

 je een voedselweb.

Producenten

Elke voedselketen begint met een plant.

Planten maken voedsel voor mensen en dieren door fotosynthese. Daarom noem je planten producenten.

Consumenten

Dieren eten de energierijke stoffen die door planten zijn gemaakt. Dieren noem je daarom consumenten.

Consumenten 1e orde: planteneters

Consumenten 2, 3 en 4e orde: vleeseters.

Reducenten

Alle organismen gaan dood. Bacteriën en schimmels ruimen de dode organismen verder op. 

Reducenten breken de dode resten van organismen af.

- Sommige stoffen gebruiken ze als voedsel

- Sommige stoffen geven ze af aan lucht en bodem

dit zijn: koolstofdioxide, mineralen en water

Opdrachten bij deze basisstof:

Controle

MAKEN opdracht 1 t/m 8. 

 blz. 195

Checklist

Kan je de begrippen uitleggen van de basisstof

Zijn de opdrachten volledig gemaakt?

Snap je alle opdrachten?

KEUZE vaardigheden:

        Oefen de flitskaarten

        Maak 4 quizvragen

PLUS opdrachten:

        Puzzelboekje 

        Knip en plakopdracht

Afval

Mensen eten planten en dieren en maken hier veel dingen van.

Al het afval van planten en/of dieren is 

biologisch afbreekbaar afval. 

De organismen in de natuur kunnen dit zelf allemaal opruimen.

Afval

Mensen gebruiken ook producten die niet uit de nauut komen.

Dit noem je niet-biologisch afbreekbaar afval.

De natuur kan dit afval niet zelf opruimen.

Opdrachten bij deze basisstof:

Maak werkblad

'voedselweb'

Dit is huiswerk!

Klaar?

Begin met de opdrachten in je werkboek

( 1 t/m 8)

Volgende les:

Gaan we verder met:

- Laatste stukje

basisstof 6.2

- Samenvatten 1 + 2

Huiswerk:

werkblad voedselweb