Paragraaf 3.4: Napoleon verovert Europa (deel 2)

§3.4 Napoleon verovert Europa (deel 2)
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§3.4 Napoleon verovert Europa (deel 2)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 3.4
Je kunt:
  • enkele belangrijke eigenschappen noemen van het bestuur door Napoleon.
  • beschrijven hoe Napoleon een Europees rijk veroverde en dat ook weer verloor.
  • uitleggen welke gevolgen Napoleons bestuur voor Nederland had.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een dictatuur?
A
Een bestuursvorm waarbij een groep personen alle macht in handen heeft.
B
Een bestuursvorm waarbij het volk kan stemmen op een politieke partij.
C
Een bestuursvorm waarbij een persoon alle wetten en regels bepaalt.
D
Een bestuursvorm waarbij een persoon niet alle wetten en regels bepaalt.

Slide 3 - Quiz

Sleep de letters van de volgende zinnen in de juiste kolom.
Past wel bij de Franse revolutie 
Past niet bij de Franse revolutie 
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
In de Code Napoleon wordt de gelijkheid van burgers omvat
Napoleon voert uniforme rechtspraak in
Napoleon beslist zelf over wetten, oorlog en vrede 
Er komt een nieuwe grondwet met grondrechten 
Napoleon voert veroveringsoorlogen

Slide 4 - Question de remorquage

Lodewijk Napoleon

Napoleon Bonaparte
Keizer van Frankrijk
Koning van Holland

Slide 5 - Question de remorquage

''Ik verzeker Frankrijk van orde...''

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.
2. Hoge voedselprijzen.
3. Hoge belastingen. 
4. Politieke strijd.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Het Europese rijk van Napoleon
Waarom wilde hij Europa veroveren?

  1. Macht van Frankrijk uitbreiden.💪
  2. Verlichtingsidealen in Frankrijk verspreiden.📖💡

Slide 9 - Diapositive

Het Europese rijk van Napoleon
Hoe wil hij Engeland eronder krijgen?

Continentaal Stelsel (1806): Handel met verbieden.😭💸

Rusland doe jij dat ook? Nyet!

Slide 10 - Diapositive

1812: Napoleon valt Rusland aan.⚔️

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.
2. Hoge voedselprijzen.
3. Hoge belastingen. 
4. Politieke strijd.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

1. Rusland 1812: Het begin van het einde voor Napoleon

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.
2. Hoge voedselprijzen.
3. Hoge belastingen. 
4. Politieke strijd.

Slide 14 - Diapositive

Direct politiek-bestuurlijk gevolg

  • De Russen blijven de baas in Rusland. 
  • Napoleon moet zich terugtrekken, MAAR houdt wel de macht in Europa.

Slide 15 - Diapositive

2. Duitsland 1813: Slag bij Leipzig (Völkerschlacht bei Leipzig)

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.
2. Hoge voedselprijzen.
3. Hoge belastingen. 
4. Politieke strijd.

Slide 16 - Diapositive

Direct politiek-bestuurlijk gevolg
Napoleon wordt gevangengenomen en verbannen naar Elba (eiland); hij heeft GEEN enkele macht meer.

Slide 17 - Diapositive

Napoleon ontsnapt en wordt opnieuw keizer van Frankrijk voor 100 dagen

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.
2. Hoge voedselprijzen.
3. Hoge belastingen. 
4. Politieke strijd.

Slide 18 - Diapositive

3. België 1815: Slag bij Waterloo

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.
2. Hoge voedselprijzen.
3. Hoge belastingen. 
4. Politieke strijd.

Slide 19 - Diapositive

Direct politiek-bestuurlijk gevolg
Napoleon wordt gevangengenomen en verbannen; hij heeft GEEN enkele macht meer. (Nu echt dan).

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Ga aan de slag!
Maak opdracht 3 t/m 11 van de paragraaf 3.4.

Klik NIET op 'nakijken'.
Bespreking: 5 minuten.

timer
2:30

Slide 22 - Diapositive

Lees blz. 133 "Napoleon in Nederland"
Welke veranderingen werden in Nederland ingevoerd?

Slide 23 - Diapositive

Wat hoort bij elkaar?
Schrijf de letter-cijfer combinaties op.
1. Nieuw wetboek A. economisch
2. Frans leren op school. B. cultureel
3. Geen handel met Engeland. C. politiek-bestuurlijk

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Aan het werk...
Paragraaf 3.4: maak vraag 1 t/m 7

Slide 27 - Diapositive