Europees Parlement - Pubquiz

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je opgestoken over Brussel, de EU en het EP?


Maak groepjes van 3! 
Bedenk een leuke naam
?? vragen: MC & open
Prijs: ...iets héél nuttigs...

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. In welke stad vergadert het Europees Parlement het vaakst?
A
Brussel
B
Straatsburg
C
Luxemburg
D
Parijs

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Hoeveel lidstaten heeft de Europese Unie?

Slide 4 - Question ouverte

27
3. Wie is de voorzitter van het Europees Parlement?
A
Robert Metsola
B
Ursula von der Leyen
C
Charles Michel
D
Josep Borrell

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Hoe vaak zijn er Europese verkiezingen?
A
Elke 3 jaar
B
Elke 4 jaar
C
Elke 5 jaar
D
Elk jaar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Hoeveel zetels zijn er in het Europees Parlement?

Slide 7 - Question ouverte

720
6. Welk land levert de meeste Europarlementariërs?
A
Frankrijk
B
Liechtenstein
C
Groot-Brittannië
D
Duitsland

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Hoe heet de grote vergaderzaal van het Europees Parlement?
A
Kamerzaal
B
Senaat
C
Grote vergaderzaal
D
Europa-zaal

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Hoe vaak per jaar is er een plenaire vergadering?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Welke van de volgende vlaggen is de officiële vlag van de EU?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10. Wat is de titel van de kunsttentoonstelling in de vergaderzaal?
A
Go, Europe, Go!
B
United in Diversity
C
Every Country Counts
D
Make Europe Great Again

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

11. Hoeveel officiële talen heeft de EU?

Slide 13 - Question ouverte

24
12. Wie beslist samen met het EP over wetten?
A
de NAVO
B
de Raad van de EU
C
de Europese Raad
D
de leiders van de aangesloten Europese landen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

13. Wie of wat is een MEP?
A
Een bepaald type vuistslag
B
Master in EU Procedures
C
Lid van EP
D
Major EU Politician

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

14. Welke politieke stroming heeft de grootste vertegenwoordiging in het EP?
A
de Conservatieven
B
de Sociaal-Democraten
C
de Christen-Democraten
D
de Groenen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

15. Waar of niet waar?
Ook landen buiten Europa mogen lidmaatschap tot de EU aanvragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

16. Waar of niet waar:
Stemmen bij het EP doe je door je hand op te steken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

17. Waar of niet waar:
Europese wetgeving staat boven de nationale wetgeving
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen in kleinere landen
D
Alleen in landen die later lid zijn geworden

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

18. Welke letters staan er midden in Brussel op een plein, á la 'IAMsterdam'?
A
ILOVEBRUSSELS
B
BXL
C
BRSSL
D
BRVS

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

19. Wat voor type winkels tref je in dit straatje aan?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

20. Wat tref je in dit gebouw aan?
A
BIER!
B
Moderne kunst
C
Kunsthistorisch museum
D
Orkestzaal

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

21. Hoeveel toppings kon je kiezen bij je Luikse (niet Brusselse!) wafel?
A
12
B
8
C
24
D
32

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

22. Benaderingsvraag: hoeveel liter urine komt er elke dag uit Manneken Pis stromen?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

23. Van welke artiest hing er géén kunstwerk in het Hard Rock Café
A
Miles Davis
B
Jerry Garcia
C
John Lennon
D
Gene Mintzer

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

24. Hoeveel mensen hadden een cheeseburger zónder kaas(?!?)?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

25. Hoeveel vakjes zitten er in een traditionele Luikse wafel?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

26. Welk land heeft een uitzondering voor het verkopen van snus?
A
Zweden
B
Denemarken
C
Finland
D
Groot-Brittannië

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

27. Hoeveel procent van de Belgen heeft tijdens de afgelopen Europese verkiezingen gestemd?
A
24%
B
96%
C
87%
D
41%

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

28. Welke docent heeft vandaag zijn overdreven veel reclame gemaakt voor zijn/haar vak? Afkorting!!

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

29. Welke taal wordt er gesproken door Europarlementariërs uit Ierland?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

30. Laatste vraag! In welk jaar is België ontstaan? Rond af op een tiental :)

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions