Kapitel 3 naar = zu, nach of in

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hausaufgaben; Höraufgabe en Aufgabe 38, 39

Wer sind alle da?  Antwortet mit  "Ja".

Fragen zum Hörtext Städtereisen:

Wat zijn Städtereisen?

1. tripje naar een stad voor toerisme
2. reizen naar een stede(oude boerderij)
3. reizen naar een land
4. tripje naar naar een stad voor je werk

Vul in:
Ich reise ....... Berlin für eine Städtereise

1. zu
2. nach
3. in
4. mit

Volgens de Hörtext reist men naar een stad om:

1. familie te bezoeken
2. te werken
3. te winkelen en attracties te bezoeken
4. lang uit te slapen

Duitsers bezoeken graag in het binnenland:

1. Berlijn, Dresden, Wien
2. Berlin, Dresden en Paris
3. Wien, London, Amsterdam
4. Berlin, Dresden, Hamburg

Antworten Aufgabe 38

1 Lieber/Liebe …

2 Ich komme in die Niederlande.

3 Kommst du zu mir?

4 ... ob ihr nach ... fahren könnt?

5 Wir treffen uns

6 Du kannst mit der Bahn nach … fahren

7 Wenn du in … bist, nimmst du …

8 Du musst an der Haltestelle … aussteigen.

9 Ich warte auf dich.

10 Bis bald!

Bekijk het filmpje over het voorzetsel 

NAAR  = zu, nach of in

in de volgende dia.

Alleen de eerste 3 minuten

Vul in:
Ich gehe ...... meiner Oma

1. nach
2. zu

Ich biege hier ....... links

1. nach
2. zu

Ich fahre ........ die Schweiz

1. in
2. zu

Ich gehe jetzt ...... Hause.

1. zu
2. nach

Antworten Aufgabe 39

1. nach Rügen- Duits Waddeneiland

2. zur - samenvoeging van zu + der

3.nach Hause gehen

4. nach Sellin(plaats)

5. ins Naturerbe-Zentrum

6. zu ihr- naar haar

7. nach Stuttgart (stad met de BMW fabrieken en hoofdkantoor

Hausaufgaben: 

Kijk in SOM voor het huiswerk.