WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 8

Thema 6 Verliefd zijn

Verliefd zijn

zoenen

• kus op de mond geven 
• als je verkering hebt
• werkwoord
• ik zoen - wij zoenen
• zin: Hij zoent elke ochtend zijn vrouw.

het hartje

• rood of roze
• verliefd 
• cadeautje
• het hartje - de hartjes
• zin: Er liggen hartjes op haar kussen.

Valentijnsdag

• 14 februari 
• elkaar cadeautjes geven
• kaartje sturen
• stiekem verliefd
• zin: Maandag was het Valentijnsdag.

uitmaken

• geen vriendschap meer
• gebroken hart
• blij of verdrietig
• werkwoord
• ik maak het uit - wij maken het uit
• zin: Ik heb de verkering uitgemaakt. 

de chocola

• zoet 
• lekker 
• cadeautje
• zin:  Hij geeft zijn vriendin een doosje chocola.

Wat klopt?

8

1. Hij zoent heerlijk.
2. Ik zoent heerlijk.
3. Wij zoenen heerlijk.
4. Jullie zoenen heerlijk.

8

Het is bruin en lekker.

8

1. poep
2. chocola
3. versieren
4. zoenen

Wat klopt?

8

1. Ik maak de verkering uit.
2. Hij maak de verkering uit.
3. Hij uitmaakt de verkering.
4. Ik uitmaak de verkering.

8

Wat deed jij met valentijnsdag?