Quiz voorjaarsvakantie
1 / 25
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe voel jij je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Wat was je hoogtepunt van de voorjaarsvakantie?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel
Slide 5 - Quiz
Wat is het Carnavals-getal?
A
2
B
11
C
99
D
21
Slide 6 - Quiz
Welke stad heet tijdens carnaval
Oeteldonk?
Oeteldonk?
A
Oosterhout
B
Bavel
C
Eindhoven
D
Den Bosch
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Welk automerk betekent in het Latijn: "ik hoor"?
A
Mercedes
B
BMW
C
Audi
D
Lexus
Slide 9 - Quiz
Hoeveel stippen heeft een dobbelsteen?
A
21
B
24
C
27
D
29
Slide 10 - Quiz
Welke kleur had Coca Cola oorspronkelijk?
A
groen
B
rood
C
blauw
D
zwart
Slide 11 - Quiz
Hoeveel wenkbrauwen hebben Bert en Ernie samen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Flamingo's zijn blind, ze kunnen goed vissen omdat ze erg goed kunnen ruiken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Amerika telt 53 staten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Een Engelse mijl is ongeveer 1,6 kilometer
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Het Romeinse cijfer D is 500
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Linkshandige mensen leven langer dan rechtshandige mensen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Hoe wordt de voorjaarsvakantie in Nederland ook wel genoemd?
A
Carnavalsvakantie
B
Krokusvakantie
C
Paasvakantie
D
Lentevakantie
Slide 22 - Quiz
Hoeveel dagen heeft de maand maart?
A
28
B
29
C
30
D
31
Slide 23 - Quiz
Wanneer gaat de zomertijd in?
A
de laatste zondag van maart
B
de eerste zondag van april
C
de laatste zondag van april
D
de eerste zondag van mei
Slide 24 - Quiz
Met hoeveel letters spel je de Engelse vertaling van het woord 'lente'?
A
5
B
6
C
7
D
8
