Redactiesommen 3

Startklaar 
       
       Pak je cromebook / laptop 
       Pak je multomap
       Zet je telefoon op niet storen of stil
       Stop je telefoon in je jas
      
timer
2:30
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Startklaar 
       
       Pak je cromebook / laptop 
       Pak je multomap
       Zet je telefoon op niet storen of stil
       Stop je telefoon in je jas
      
timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud van de les
Inleiding
Voorkennis activeren
Instructie / Theorie
Aan de slag
Nabespreking
Exit ticket

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

24 : 6 x (25 - 5) =

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

REDACTIESOMMEN!!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elif heeft spullen verkocht op de rommelmarkt. In 8uur tijd heeft ze 24,80 verdient. Hoeveel is dat per uur?
A
2,10 euro
B
2,80 euro
C
3,10 euro
D
3,20 euro

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Melvin gaat naar de winkel. Hij heeft 20euro bij zich. Hij koopt een shirt van 12,40 en een petje van 5,30. Hoeveel geld houdt hij over?
A
17,70 euro
B
9,60 euro
C
14.70 euro
D
2,30 euro

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voetbalveld is 105m lang en 63m breed. Tamim gaat joggen en loopt 2 rondjes om het voetbalveld. Hoeveel meter loopt hij?
A
168 m
B
336 m
C
672 m
D
1 km

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Carmen en Havin gaan naar de winkel. Carmen heeft 3,20 bij zich. Havin heeft 1/4 deel van Carmen bij zich. Hoeveel hebben ze samen bij zich?
A
0,80 euro
B
4,00 euro
C
4,80 euro
D
3,80 euro

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kareem koopt de nieuwe call of Duty met 25% korting in de winkel. Het spel kost normaal 60 euro. Hoeveel moet Kareem betalen?
A
30 euro
B
40 euro
C
15 euro
D
45 euro

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dinand moet fietsen naar school. Hij vertrekt altijd om 7:40. Hij fietst er 33 minuten over. Hoe laat is Dinand op school?
A
7:53
B
8:03
C
8:08
D
8:13

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mike is 38 jaar oud, zijn zus is 3 jaar ouder. hoe oud zijn ze samen over 15 jaar?
A
79 jaar
B
94 jaar
C
107 jaar
D
109 jaar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is de helft van 2800 meer dan 1/4 deel van 1600?
A
1000
B
1100
C
1400
D
400

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ema gaat met de trein naar Amsterdam. De reis duurt 2 uur en 20 minuten. Ema vertrekt om 7:50. Hoe laat komt Ema aan in Amsterdam
A
9:10
B
9:50
C
10:10
D
10:20

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meester Mike trakteert klas 2F op snoep. Hij betaald per kind 0,15 aan snoep. Er zijn 12 kinderen in de klas. Hoeveel moet Meester Mike betalen?
A
1,50 euro
B
1,65 euro
C
1,80 euro
D
1,85 euro

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • weet je hoe je een grafiek moet aflezen.
  • ken je een aantal belangrijke begrippen die je nodig hebt om een grafiek te kunnen lezen
    (grootheid, eenheid, stijgen, dalen, constant)

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Abdi heeft 620 euro gespaard. Tamim heeft maar de helft daarvan. Dinand heeft 100 euro minder dan Tamim. Hoeveel euro heeft Dinand?
A
210 euro
B
310 euro
C
260 euro
D
320 euro

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dean loopt naar zijn huis. hij loopt 6km per uur. Hij moet 2,5uur lopen. Hoe ver is Dean van zijn huis af?
A
6km
B
12km
C
15km
D
18km

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jullian gaat zijn tuin bestraten met grote tegels. Zijn tuin is 12m lang en 8m breed. Hij heeft naast zijn tuin nog een kleine oprit van 3m bij 4m. Hoeveel m2 moet Jullian bestraten?
A
96 m2
B
102 m2
C
106 m2
D
108 m2

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het 3e deel van 90 is ... meer dan het 4e deel van 60
A
5
B
10
C
12
D
15

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elif koopt voor 80euro aan spullen in. Haar winst is 27,60. Voor hoeveel heeft Elif aan spullen verkocht?
A
52,40 euro
B
97,60 euro
C
106.60 euro
D
107,60 euro

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En hoest nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

OPDRACHT
Maak redactiesommen 

opdracht 19 en 20

(voor gegevens zie classroom klas 3A)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions