Thema 6 basisstof 6, geslachtelijke voortplanting

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Thema 6 basisstof 6: geslachtelijke voortplanting

Herhaling vorige les:
wanneer spreken we over ongeslachtelijke voortplanting?

1. als er bevruchting plaats vindt tijdens de voortplanting
2. als er geen bevruchting plaats vindt tijdens de voortplanting

Herhaling vorige les:
hoeveel chromosomen heeft een plant die uit een wortelstok is gegroeid?

1. twee keer zo weinig als de ouderplant
2. twee keer zo veel als de ouderplant
3. evenveel als de ouderplant

leerdoelen voor deze les

1. Je kan het verschil tussen geslachtelijke, en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen.

2. Je kan voorbeelden benoemen van geslachtelijke voortplanting.

3. Je kan benoemen wat geslachtscellen zijn en wat bevruchting inhoud.

4. Je kan het verschil tussen inwendige en uitwendige bevruchting benoemen. 

Geslachtelijke voortplanting

• Vindt plaats wanneer er door bevruchting een nieuw organisme ontstaat.
• Bij geslachtelijke voortplanting zijn altijd 2 geslachtscellen betrokken. 
• geslachtscel: speciale cel die nodig is voor de geslachtelijke voortplanting. 

Geslachtscellen

Geslachtscellen bij planten: 

• Stuifmeelkorrel (M) 
• Eicel (V).

Geslachtscellen bij dieren:

• Zaadcel (M)
• Eicel (V)

Hoe ontstaan geslachtscellen?

• Geslachtscellen ontstaan door  een speciale celdeling genaamd meiose
• Bij meiose worden de chromosomen verdeeld over de dochtercellen. 

wat is geslachtelijke voortplanting?

1. wanneer er door bevruchting een nieuw organisme ontstaat
2. wanneer een organisme wordt gekloond

welke geslachtscellen heeft een plant?

1. stuifmeelkorrel en eicel
2. stuifmeelkorrel en zaadcel
3. zaadcel en eicel

Hoeveel chromosomen heeft een geslachtscel van een mens?

moedercel: 46 chromosomen

Bevruchting

• Bevruchting: wanneer de mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen samensmelten om een nieuw organisme te vormen. 
• Nieuwe organisme heeft evenveel chromosomen als de ouders.
• Nieuwe organisme heeft NIET exact dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders. 

Bevruchting

Er zijn 2 typen bevruchting:

1. Inwendige bevruchting
2. Uitwendige bevruchting

Inwendige Bevruchting

Uitwendige Bevruchting

bevruchting in het lichaam van het vrouwtje.

Bevruchting vindt plaats buiten het lichaam.

zoogdieren en reptielen

amfibiën en vissen

Zelfstandig werken

1. Maak je samenvatting van 6.6

2. Maken opgaven 6.6

Afsluiting

Leg de leerdoelen uit:
1. Je kan het verschil tussen geslachtelijke, en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen.

2. Je kan voorbeelden benoemen van geslachtelijke voortplanting.

3. Je kan benoemen wat geslachtscellen zijn en wat bevruchting inhoud.

4. Je kan het verschil tussen inwendige en uitwendige bevruchting benoemen.

Huiswerk

1. Maak je samenvatting af van 6.6 

2. Maken opgaven 6.6