Paragraaf 3.5 - Rendement
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Een led-lamp heeft een rendement van 50%. Een spaarlamp heeft een rendement van 25%. Welke lamp is zuiniger?
A
De led-lamp
B
De spaarlamp
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Wat is de opgenomen energie bij een lamp?
A
Licht
B
Warmte
C
Elektrische energie
D
Chemische energie
Slide 6 - Quiz
Wat is de afgegeven energie bij een waterkoker?
A
Elektrische energie
B
Chemische energie
C
Warmte
D
Stralingsenergie
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Vidéo
Welke formule moet je gebruiken bij de voorbeeldopgave?
A
B
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Wat is het rendement van het zonnepaneel uit de voorbeeldopgave?
A
216/1200 *100% =18%
B
1200/216*100% = 556%
C
216/1000 *100%=22%
D
1000/216 *100%=463%
Slide 11 - Quiz
0
Slide 12 - Vidéo
Een hre-ketel is zuinig, omdat...
A
het rendement van de ketel hoog is.
B
het rendement van de ketel laag is.
