11.1 Man en vrouw

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond





timer
3:00
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond





timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

H11.1 Man en vrouw

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 11.1 Man
- Je kan de onderdelen en functies van het voortplantingsorgaan van de man benoemen.
- je kan in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken,
- je kan de weg die de zaadcellen afleggen uitleggen



Slide 3 - Diapositive

Geslachtsorgaan man
Ken je alle onderdelen?
1 = urinebuis
2 = eikel
3 = voorhuid
4 = urineblaas
5 = zaadblaasje
6 = prostaat
7 = zaadleider
8 = zaadbal
9 = balzak

Slide 4 - Diapositive

Spermacellen
Wanneer hormonen vanuit de hypofyse worden afgegeven aan de zaadballen, start de productie van zaadcellen/spermacellen.

Hiernaast maken de zaadballen vanaf dit moment ook het hormoon testosteron.

Slide 5 - Diapositive

Puberteit jongens
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe (daarna heet het sperma).

Jongens zijn vruchtbaar vanaf hun eerste zaadlozing (soms tijdens de slaap = natte droom).

Slide 6 - Diapositive

Zaadlozing
  1. Zaadcellen opgeslagen in de bijballen gaan door de zaadleider omhoog
  2. Zaadcellen gaan langs het zaadblaasje en de prostaat, vocht wordt toegevoegd > het is nu sperma.
  3. Een spiertje sluit de toegang af van de blaas naar de urinebuis.
  4. Uitsluitend sperma kan nu via de urinebuis naar buiten.

Slide 7 - Diapositive

Geslachtsorgaan man
Welke onderdelen ken je al?
1 = 
2 = 
3 = 
4 = 
5 = 
6 = 
7 = 
8 = 
9 = 

Slide 8 - Diapositive

Geslachtsorgaan man
Ken je alle onderdelen?
1 = urinebuis
2 = eikel
3 = voorhuid
4 = urineblaas
5 = zaadblaasje
6 = prostaat
7 = zaadleider
8 = zaadbal
9 = balzak

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
Maken:
3 t/m 8 (blz 9)
is ook huiswerk

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen.
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen 11.1 vrouw
- je kan in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen,
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Een vrouw is vruchtbaar als...

Slide 13 - Diapositive

Cyclus van de vrouw
Een man is in principe 'altijd' vruchtbaar want maakt altijd zaadcellen aan.

In de eierstokken van een vrouw rijpt iedere maand (28 dagen) maar 1 eicel. Als de eicel rijp is komt het vrij. Je lichaam maakt zich klaar voor een mogelijke zwangerschap. Meestal vindt er geen bevruchting plaats en dan wordt een vrouw ongesteld. Het proces begint dan weer opnieuw.

Slide 14 - Diapositive

Een cyclus duurt ongeveer 28 dagen..
Menstruatie dus ook om de 28 dagen

Gebeurtenissen tijdens menstruatiecyclus:
1. eicel rijpt
2. baarmoederslijmvlies groeit
3. eisprong
4. menstruatie

Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Slide 15 - Diapositive

Rijping eicellen
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in een eierstok. Na ongeveer 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider.                  = ovulatie         
  • * een meisje is vruchtbaar als haar eicellen gaan rijpen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo

Welke 4 gebeurtenissen vinden plaats in een menstruatiecyclus.
In de juiste (logische) volgorde!

Slide 20 - Question ouverte

 Hormonen en menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse 
en de hormonen progesteron en oestrogeen.

  • Hypofysehormoon     -> zorgen dat de follikel gaat groeien

  • Oestrogeen                -> wordt gemaakt door follikel vooral vóór ovulatie
(baarmoederslijmvlies wordt daardoor dikker en ovulatie vindt plaats)

  • Progesteron               -> wordt gemaakt door lege follikel na de ovulatie. 
Zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed blijft.

Slide 21 - Diapositive

Menstruatiecyclus





Slide 22 - Diapositive

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 24 - Quiz

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 25 - Quiz

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 26 - Quiz

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!
Maken:
10 t/m 19 (sterretjes opdrachten alleen voor vwo)

timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo