De plant

• Biologie
• Secundair onderwijs

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 1

1. Wortel
2. Stengel
3. Blad
4. Vrucht met zaden

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 2

1. Wortel
2. Stengel
3. Blad
4. Vrucht met zaden

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 3

1. Blad
2. Stengel
3. Bloem
4. Vrucht met żaden

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 4

1. Blad
2. Stengel
3. Bloem
4. Vrucht met zaden

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 5

1. Blad
2. Stengel
3. Bloem
4. Vrucht met zaden

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 1

1. Wortelharen
2. Hoofdwortel
3. Zijwortels

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 2

1. Wortelharen
2. Hoofdwortel
3. Zijwortels

Welk onderdeel van de plant wordt er aangeduid met nr. 3

1. Wortelharen
2. Hoofdwortel
3. Zijwortels

Welke stoffen heeft de plant nodig voor fotosynthese

1. Water
2. Zuurstof
3. Suiker
4. Koolstofdioxide

Langs welke plantendelen, neemt een plant water op

1. Via de wortels
2. Via de huidmondjes
3. Via de bloem
4. Via stuifmeel

Welke stof verlaat de plant na fotosynthese?

1. Suiker
2. Zuurstof
3. Koolstofdioxide
4. Water

Welke stof is er naast zuurstof een product van fotosynthese.

1. Suiker
2. Zuurstof
3. Koolstofdioxide
4. Water