Je schrijft een artikel over tijdschriften in de 18e eeuw
a. Algemene informatie over tijdschriften in de tijd van Verlichting.
b. Informatie over Justus van Effen en de Hollandsche Spectator
c. Eigen ingezonden brief voor in de Hollandsche Spectator.
Je maakt een ingezonden brief met een hedendaagse vraag of probleem. Vervolgens beantwoord je deze brief als een echte spectator, waarin je advies geeft over hoe de brievenschrijver zou moeten handelen. De ingezonden brief bestaat uit: vraag (minimaal 120 woorden + antwoord (minimaal 120 woorden).
Woorden die in je artikel komen zijn: geleerdentijdschriften, satirische bladen, spectatoriale tijdschriften, koffiehuizen, toeschouwer, opvoeden, deugden en ondeugden (of normen en waarden), commentaar op de wereld, cultuur.