Lezen herhalen 1.3, 2.3 en 3.3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leg klaar

Leerwerkboek deel A

Schrift / pen

iPad (dicht)

Les 1

Lesdoel

Deze les:

• herhalen theorie 1.3 en 2.3

Einde les: belangrijkste theorie genoteerd

Wat is het tekstdoel van een uiteenzetting?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Hoe vind je een kernzin
in een alinea?

1. Is altijd de eerste zin.
2. Is altijd de laatste zin.
3. Andere zinnen geven uitleg over de kernzin.

Welke functie van de inleiding past het best bij een betoog?

1. onderwerp noemen
2. aanleiding noemen
3. mening geven
4. samenvatting geven

Welke tekstvorm heeft bijna
nooit een slot?

1. betoog
2. artikel
3. klachtenbrief
4. nieuwsbericht

De meivakantie was veel te kort, waardoor ik nog steeds moe ben.

1. concluderend verband
2. oorzaak/gevolg verband
3. middel/doel verband
4. samenvattend verband

Leerdoelen 1.3 (p. 22)

• wat is een artikel  (= uiteenzetting)
• onderwerp/hoofdgedachte van een tekst
• opbouw alinea's
• functies inleiding en slot
• tekstverbanden herkennen
• kennis voorgaande leerjaren (opdracht 1 a/b) 

Leerdoelen 2.3 (p. 107)

• Kenmerken nieuwsbericht
  
• Alle tekstdoelen
• Alle tekstsoorten
• Voorbeelden van tekstvorm
  
• Kritisch lezen
  
• Leespubliek

Werkmoment

Maak de Test jezelf 1.3 en/of 2.3

of maak de leestaak (vanaf de groene balk)

Maak een samenvatting/mindmap/Cornell methode

over deze paragrafen.

Voortuitblik

Volgende les: herhalen 3.3

Laatste les: oefenen met pitch

Leg klaar

Leerwerkboek deel A

Schrift / pen

iPad (dicht)

Les 2

Lesdoel

Deze les:

• herhalen theorie 3.3

Einde les: belangrijkste theorie genoteerd

Leerdoelen 3.3 (p. 186)

• Wat is een betoog?
• Objectieve en subjectieve argumenten herkennen.
• Argumenten kritisch lezen
• Argumenten, tegenargumenten en weerlegging herkennen.

Schema (p. 198 en 199)

Standpunt/mening: ________________________________

want...	want...	maar ....
argument 1	argument 2	tegenargument
toelichting/voorbeeld	toelichting/voorbeeld	echter... weerlegging

Stap 1: argument AUB

Noteer de stelling: .................

A: noteer het argument bij de stelling (want)                   (S)

U: noteer de uitleg bij het argument                               (Ex)

B: noteer het voorbeeld/feit bij het argument                   (I)

Zelfde als SExI

Stap 2: tegenargument

Het standpunt/mening is..................

Het argument is .................. (want)

Vul aan:

Het tegenargument is ................... (maar)

Stap 3: weerlegging

Het standpunt/mening is..................

Het argument is .................. (want)

Het tegenargument is ................... (maar)

Vul aan:

De weerlegging is ........................ (echter)

Werkmoment

Maak de Test jezelf 3.3

of maak de leestaak (vanaf de groene balk)

Maak een samenvatting/mindmap/Cornell methode

over deze paragraaf.

Vooruitblik

Oefenen met de pitch