BSM B&G1 laatste les!

BSM B&G1 
Laatste les voor TW2

Leren:
Paragraaf 1.1 + 1.2 + 1.7
Alle lesstof (zie hand-outs + antwoorden werkbladen in studiewijzer)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BSM B&G1 
Laatste les voor TW2

Leren:
Paragraaf 1.1 + 1.2 + 1.7
Alle lesstof (zie hand-outs + antwoorden werkbladen in studiewijzer)

Slide 1 - Diapositive

FITT staat voor?
Wat wordt er met deze begrippen bedoeld?

Slide 2 - Question ouverte

Welke stelling(en) zijn juist?
1. Een voorbeeld van maximale kracht is gewichtheffen.
2. Een voorbeeld van snelkracht is kogelstoten.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar?
Acute spierpijn is niet zo erg. Het geeft aan dat je in de overload traint.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het overload principe?
A
Een intensieve training leidt tot de afname van het prestatievermogen.
B
Een intensieve training moet niet te zwaar zijn, want dan raak je overbelast.

Slide 5 - Quiz

Na het normale herstel is er sprake een extra herstel! 
Tijdens een flinke training neemt de belastbaarheid van het lichaam af. 
Na de training herstelt je lichaam tot het vorige niveau van belastbaarheid. 
Het extra herstel, is helaas tijdelijk van aard. Je belastbaarheid zakt weer af naar het niveau van voor de training. 
Overload
Homeostase
Super-
compensatie
Reversibiliteit

Slide 6 - Question de remorquage

Welke 5 grondmotorische eigenschappen zijn te trainen?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn de 3 brandstoffen die je lichaam gebruikt voor energie?
Noem bij elke brandstof een voorbeeld van eten/drinken waar veel van deze brandstof in zit.

Slide 8 - Question ouverte

ATP-afbraak = eerste seconden
CP-afbraak = max. 30 sec.
Anaeroob = vanaf 30 sec. tot max. 3 min.
Aeroob = vanaf 2-3 minuten 

Slide 9 - Diapositive

Welk energiesysteem is dominant bij een speerwerper?
A
ATP-afbraak
B
CP-afbraak
C
Anaeroob systeem
D
Aeroob systeem

Slide 10 - Quiz

Welk energiesysteem is dominant bij een marathon loper?
A
ATP-afbraak
B
CP-afbraak
C
Anaeroob systeem
D
Aeroob systeem

Slide 11 - Quiz

Welk energiesysteem is dominant bij een 1500 meter schaatser?
A
ATP-afbraak
B
CP-afbraak
C
Anaeroob systeem
D
Aeroob systeem

Slide 12 - Quiz

Welk energiesysteem is dominant bij een 60 meter sprint?
A
ATP-afbraak
B
CP-afbraak
C
Anaeroob systeem
D
Aeroob systeem

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er als met je hf als je inspanning levert?

Slide 14 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de hf van een sporter die goed getraind is in vergelijking met een ongetrainde sporter TIJDENS en NA een zware inspanning?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe kan je je HF-max meten?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe kan je 'bij benadering' je AD meten? Noteer je berekening.

Slide 17 - Question ouverte

Denk aan de vorige vraag! Ik ben 16 jaar.
Stel mijn hartslag loopt op tot 190 HF tijdens het hardlopen. Wat ervaar ik?
A
Ik val flauw.
B
Ik krijg te maken met verzuring.
C
Ik kan gaan versnellen.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Dansnotitie noteren!
Je gaat met je groepje de dansnotitie noteren. 
De volgende dansles is na de TW2, zo weet je nog wat je hebt geoefend.  

Slide 20 - Diapositive